Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 2.10.01, inventory number 858, page 27

mij in den beginne zeer vreemd was, te
gewennen, waartae ik gelegenheid zou
vinden in het WestIndische Dock, daar
men wekelijks met eene Klok van de
zelfde grootte, werkte, maar met eene
kraan van eenigzins andere constoue.
tie aan de onze, om dat dezelvee gemaakt
was voor eene groote Zolderschuit, en
de onze dient om in een Schip ge„
plaatse te worden. door eener introductie
breef van den Heer Rennie aan den inge„
nieur van het W'Ins: Bok, heb ik toegang
gekregen, om de werkzaamheden aldaar
met de klok en luchtpomp bij te wronen.
Ik heb aan ook daarvan twee maal ge„
bruikt gemaakt.
De eerste Maae, nadat zij mij lenige
punten hadden daen op merken, zoo als
de goede Schoonhoudeng en besmering de
Criize, of kokere van de luchtpomp, de
Herke aanbrenging van de Slangen aan
deselue, het toetsen of bepraeuen of de
luchtpomp genoeg lucht geeft, leegaf in
mij, vergezeld van den ingenieur, met
de klot tot op den bodem van het wau,
op eene dcepte van 20 a 21 voet, en Uithoifse„
van het troebele water, kaarsen en lan„
taarns mede genomen hebbende, konde ik
den grond gemakklijk zien en betastens
Bij het ophalen der klok bespeurde ik ee„
nen Zeer onaangenamen Aamp, die Ui
Aen grond in de klot opsteeg, waarvoer,
zooals men mij zeide, het dragen van
flenel zeer goed is, om zich voor Aerzelveer
invlaed op het ligesaam vrij te Waren.
de tweede maal tot op eene Aceple van
van 25 voet nedergedaald zijn, was de
drukking van de lucht in de ooren, eenig
Lins Sterker, aan de vorige Maal, het
gene graadsgemijze vermeerdert, naar
Mate men Accper gaat, en heb leij die
gelegenheid met mijne hand den houtg
Vlaer van eene der Schutsluizen gevoelt,
bijna een half uur onder Waler blijuende
Na Arcemaal met de klok in het Walec
gedaald zijnde, heb ik mij opzettelijk
meer met onze klot bezig gehouden.
Eerst heb ik al de voorwerpen, tot de klok
luentpomp, en kraan behoorende, nagezeen,
zoo als dezelve genoteerd stonden op de
specifiche lijst, van U, WelEdele Heeren
der Handel Maatschappij; mij dit alles
door den Driekteur van de werp aangewege
Lijnde.
daarna hebben zij mij derzelver eenden
leeren kennen, en ik self heb de voorwerpen,
met behulp van eenen der werklieden, zoo veel

te doen nemen, dien Heer
te daer maken dat het