Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.01, inventarisnummer 1962, pagina 12

le overweging of van onderzoek werd gemaakt,
waartoe de aanwezigheid van den Heer Et. F.
De Tromberg vertaler van het bekende werkge
van, J. S. W. Johnston, grondbeginselen der land.
„bouchundige scheikundé de beste gelegenheid aan„
beedt, als stelleg in staat daarop met kennis van
zaken te adviseren.
Wordt een stelsel van bemesting op Savanoodzahe.
lijk getieurd, waarom zou dan ook niet tevens voor
zoo verre aldaar daartoe de stofsen niet in genoeg„
zame koeveelheid voor handen zijn, kunnen wor„
den gebruik gemaakt van de schepen die im„
mers van hier grootendeels onbevracht naar In„
dien ciwvaren, om even als dit naar ik meen
in America plaats vindt, van elders, de tot be„
mesting dienstige stoffen aan te voeren Dettrans
port zou of geheel kosteloos of stellig weinighost,
daar zijn, en de mest op Java aangebragt kunnen
worden opgeslagen bij de groote Catihuiren van afle„
vering aan de stranden, om van daaronder de betrok
hen dessas verdeeld, door den Inlander zelf naar
de tuinen vervoerd te worden
In allen gevalle komt het mij voor een punt te zijn dat
wel een nader plaatselijk onderzoek waardigis
Het derde en vierde punt bij den Indischen Brief
doorkomende, vorderen dezerzijds geene toelickling.
Het vijfde punt, ten doel hebbende om in de behoefte
aan brandhout door middel van steenholen van
Borneo verkregen, te voorzien, komt mij in allen
deele gewenscht en doelmatig voor Welligt echtor„
dat de fornuian bij de fabreeken, daartoe conigins
zullen dienen verbouwd te worden, dat echterwan„
neer eenmaal de steenkolen in genoegzamenvoor„
raad voortdurend zullen worden aangevoord
geen bezwaar daartegen zal. opleveren.
Den mij toegezonden Indischen Brief heb ik de
eer hierbij wederom aan te bieden.
De gewezen Resident van Ma„
dioen, met verlof in Nederland.
121. Neuw.