Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 2.10.01, inventory number 1768, page 14

warrs en behoorlijke Godsdienstig en andesonau„
wijs genoten. De losbunctigheid indweck en
Slaapzalen weerd door zoecelyke krught loeengeld.
door die kracht op welke geen ensel liet der
Commissie aan alleere de rehivestianit vertrouwd had
Tat zelfs het gebuik van Heckenmrank het
Kauitspeleri, het dobbelen het vroolspelen,
fluiten en Ringen wieid als met een toverslag
onder die doo Crmineele gevangenen afgeschuft,
en doorstille acbeidzaumtiid, geduldig aanhouin
van nuttige voorleringers gestiuende de lange
Winteravonden vervangen.
Inschoalen Godsdienstig ondenwijs wierd
een genoegen gesteld, om dat het belooningen
geen dwang meer was.
De verspreiding van het kwaadweecct, ga
was zoo veel met die bedroevende gebouwen
mogelyk was, tegengegaan.
wil de rchevestiant alle bij zondertuden naguan,
dctreeds zoo uitgebreid adties zou eene verhan„
de lirey en wel eene eigine apologetische wor„
den, want, hy durst het voluitreggeri, da me„
dewecking der Commissie heeft het mogelijk
gemaakt, muai geored legges wiis, nuemeind
aan de ondergeteekende, en het heeft hem veel,
Zeer veel moeite en verdicctiri den boezensder
Commissie gekost, alvoeensmen tot mede„
wecking besloot. Pritiisschersis ook wegens
dege zuak, aan anderen de openlyke onder„
sMeiding te beut gevallen, maar niet aan den
bewecker.
Doii de ondergeteekende rit nog van Sveel ande„
te zukeri, zooin als buiter Zyrers Ambtelyken
loopbaari gewagen. Van zyne aansporing tot
pligts betrachtirig aan zyn riecte Archtenaier en
Vries
Vuesland, ter Freucking de pagingen van Vun„
eien van eenire Hoogen Kung Weskrumere Maats,
man, Som, Aydereo de Groncowel heiriening van
18 40 de volks diesten opte winden. Wan de goede
gevolgen dier aarespourig opdersalgemeenen
geest ten platte Leande van Vriesland, waar„
van hem op zijne aondreirers uls Vloofd. Prespee„
kein de doorslaandste bewijzen zyn gegeven.
Bienes besluit hij met aanhulirig deravoor„
den op last van Wylen Koning Willem Geregu„
der gedachtenis door den Ministes van Sinan„
lien in eene aanscheyveng van den 5 Maart 151
Do 44 4s vervat en luiderede.
,dat bij Zyne Majesteijt niet onopgemeekt is
,gebeleven dat die Ambteraus (de ce kiverkant,
,diensten heeft bewezen, welke hervallerins
,aanpeaake op de welwillenheid van het,
destuus gevens.
Moge het gebeurer dat die goedkeinring van
des rehiuestiants verrigtingen door Uneer
Majesteits Koninklijken Wustesende hem
meermalen in persooni zoo wel als door Uwe
Majesteits Resluiters geblekene te viedercheid
van Uwe Majesteit over zyne onafgelioke
ne werkingen der dieniste van Koningen
Vaderland, Uwe Majesteit doen Resluiter, niet
om aan rekuestiant dezelfcte operlyke ondu„
scheiding te schenken, gelijk aarshier, die
alleer of grooteredeels wegens zyn weik haar
hebben bekomen, munsten einde ter voor„
deele van dyners koon gebuukte maken.
van Uwves Majesteits schoon parogatieff
Nagt het gebeciun unt Uwe Moujesteit be„
sluste der beloorung van teouwe onderdarurs
en