Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.11.14, inventarisnummer 5, pagina 14

d'P=r sacg Uz: d'avilar begraven is, en dat sij voor
hem aanstonds sullen doen soeken, een blaauwe
steen met sijn naam, en den dag op dewelke hem
God tot sig heeft geroepen, gelijk het gebruijk
, onder de kinderen van Jsrael
Jtem ordonneert hij dat sijn Erffgen off Vrienden.
die Sig bij sijn sterven sullen bevinden, aanstonds
sullen neemen een getal van de armste menschr
1 en brengen die in sijn huijs daar hij Sal gestorve
sijn, op dat sij voor hem bidden alle de dagen ge„
duurende het abel met Mincan, en geen meer,
der menschen als vereijscht sullen werden voor
Minchaa, en geduurende die dagen, sal gehouden
werden Jesiba naar het gebed, gelijk gebruijke„
lijk is in Israel, en aan ijder van deselve sal ge„
duurende die dagen gegeven worden het onder„
houd, en daar en boven aan ijder tien guld=
eens en net meerder.
Jdem de dagen van Abel geeijndigt sijnde, sal
sijn Erffgen: aan de kerk offeren drie hondert
guld=e met Conditie dat voor hem in de nacht van
„ soo lang
quipur sal gebeeden werden een escaba, als de Jood,
de Sijnagoge hier te lande sal duuren.
En komende tot dispositie over sijne goederen, ver„
klaart hij testateur te legateeren, aan de soon
van Sijn Swager Abraham de Pina van dewelke
hij peet is, eene somma van hond: en vijftig gls:
Surinaams voor en ring, eens sonder meer
Item aan david soon van Samuel Wz: davilar
sijn broeder een gelijke somma van hondert en
vijftig guld=s meede eens sonder meer