Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
archieftoegang 1.05.06, inventarisnummer 10, pagina 18



Gebruik tekstcoördinaten

Transcriptie

Rafinaderijen, inde Colonien van deesen staat verboden
mogte werden, nemen wij de vrijheijd uw hoog Mog te
heuinneren, dat wij in obedientie van het van ons
gerequireerde, bij uw hoog Mog: resolutie van den 20 novem„
„ber 1755 genomen op de requeste der rafinadeur van
zuijteeren binnen de verlenigde nederlanden uw hoog nwij
bij Missive van den 4 Maij van het daar aan volgende
Jaars reets hebben gedient van ons berigt en Connderatie
op dat zelve sufject, behelrende in hibstantie dat
opgeene dag Colonien, onder de bekeering vande
generale west jnd Compagnie deezer Landen staande,
„suijker
eenige, rafmaderijen gevonden werden als alleenlijk
op s=t Eustatius, alwaar voor eenige Jaren op Geeciale
vergunning van den d’oenmalige Commandeur waren
gebruwt en aangelegt twee suijker rafinaderijen
met Execissive kosten der Jnterestanten, dog dat de
suijkeren aldaar niet wierden gerafineert, tot sodanige
goede qualiteijt als hier te Lande, en mitsdien nooijt
herwaarts gesonden wierden maar alleenlijk dienden
voor Consumptie op s=t Eustatuis voorn: en tot den
handel met vreemden, gevende wij vervolgens,
om reedenen, in het voorn, berigt in het treede
ter neder gesteld, uw hoog Mog, onder eerbiedige
en verschuldigde submissie aan het geene
deselve ten dien gprigte zoude gelieven te ordonneeren
inCommeratie of met de twee op s:t Eustatius hubris
terende huijker rafinaderijen blijvende inweeren
en

en haar gepermitteert met het rafineeren van suijkere
te continueeren, het bouwen en aanleggen van verdere
en meerdere suijker rafinaderijen zoo op het voorn:
eyland, als „ andere Colonien, districten off plaatzen,
onder de directie van voorgemelde Compagnie staande
zoude behoren te werden verboden en belet, en aan welk
ons voorn: berigt wijde Vrijheijd neemen ons te refereeren
De reedenen van der supp:e versoek dat namentlijk
niet zal weeren gepemitteert eenige scheepen uijt de
Colomien van deezen sraat in Amenca uijt te rusten
na de kusten van Aprica dan onderbetaling van een
recognitie aan de wertjndische Compagnie na rato
van die de Kooplieden en negotianten alhier moeten
betalen, moeten wijerkennen niet te kunnen, begrijpen
aangesien de vaart op de Kust van Africa, uijt de
Colonien in amenca, agtervolgens de reglementen
niet mag geschieden, en wij niet kunnen bezeffen, dat
het van het Jntrest vande Jngezeetenen deezer provincie
zoude zijn, dat de vaart en handel op de Kusten van
Apica uijt voorm: Colonien wierde gepermitteert.
Colt

Bronvermelding

Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.05.06, Inventaris van de Collectie Verspreide West-Indische stukken, 1614-1875, inventarisnummer 10, Stukken betreffende de vernieuwing van het octrooi der West-Indische Compagnie.



Ga naar de volgende pagina (19)  Ga naar de vorige pagina (17) Nieuwe zoekopdracht

Scan + Transcriptie


Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien

Kunstmatige intelligentie (AI)

De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.

Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/