Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.06, inventarisnummer 10, pagina 12

zelve daar meeda te amplieeren, en te veranderen, omde
supplianten in staat te stellen deezen handel van zoo Eene
reniequentie voor den staat te pousseeren, en teegens Vreemde
natien te kunnen gaande heuden, en op welke Memorie
gelijk meede op de requeste door verschijdene Rotterdamse
Kooplieden aan uw Hoog Mog: op den 27 maart laast
=leeden gepresenteert, het uw Hoog mog:t behaagt heeft
te requireeren ongeconsideratien.
Dog dewijl wij in voldoeninge van het gerequireerde
door de heeren staten van Holland en west Vriesland bij
derzelver resolutie van den 27 maart laastleeden aan haar
Ed Groet mog: bij onse Milsive van den 3 maij daar aan
volgende reets hebben laten toekomen, ens advi en Conis„
„deratien, opden inheude van voorn: requeste der Rotterdams
Kogplieden neemen wijde vrijheijd zulks Cqmelijk hier
neevens te voegen met eerbiedig verzoek, dat het ons
gepermitteerd zij ons daar aan te mogen refereeren.
Vervolgens dan komende tot de requeste door verschij„
„dene Zeeuwsche Kooplieden Boekhiuders en Rheeders, aan
uw Hoog Mog: gepresenteert, zullen wij ons niet inlaten
in het probit narre van het gund in vonge tijden
omtrend den vaart en handel op de Kusten van africa
mogte zijn voorgevallen, eensdeels om dat zulks, onzes
agtens alhier ter zaken niet is doende en dat ten andere
daar in voorkomen gevallen waar van wij geene de
minste kennisse hebben, als onder anderen dat bij
Leeven van zijn Hoogheijd Gloneuses gedagtenis door
de naviganten gpde kusten van Apica aan uw
Hoog

2
Hoog Mog: versoek zijnde gedaan om vermindering
van Lasten en Eenige andere veranderingen en verschik„
„kinge weegens dien handel het voornaamste argument
aande zijde van de werznd Compagnie zoude zijn
geweest, dat, zoo lang het Octuy duurde men geene
innovatien daar in konde maken, aangesien wij uw hoog
Mog: wel durven verreseeren, dat, zoo wijter dier tijd
op het voorn: versoek waren gehoord geweest, wij ons aan
het voorn: niet zenden hebben geborneert, maar wel
pincipaalijk geinsteert, dat de werznd Compagnie
in cas van vermindering der lastgelden niet instaat
zoude blijven, hare Vastigheeden, op de kcusten van africa
bij continuatie te onderhouden.
Wij kunnen egter, met stilzuijgentheijt met passeeren,
der supplianten voorgeeven, dat de werznd Compagnie omtrend
en in den Jare 1730, niet zende zijn in staat geweert,
om genoegsaam een schip uijt te rusten, zijnde in
tegendeel notoiren bekend, dat de wertjnd Compagnie
nog veele Jaren daar na, bij Continuatie, den slaven
handel heeft aangekinden, Jazelve de Colonie van
Suriname tot inden Jare 1738 met slaven voornen
gelijk ook naderhand door dezelve Compagnie diverre
Armasoenen slaven zijn versonden na Curacaa,
tot goedmaking der onosten van welke Equipagien
ende daar toe nodige Cargasoenen de Lastgelden,
wegens den handel gide kusten van Apica genoten
zeer wijnig hebben kunnen Contribueeren.
Egter