Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.05.05, inventory number 8, page 11

3.
2:
het genot eener bestendige gezondheid
en ten wel zyn der Colonie en alle de
daar by Geintresseerdens
dat Rirecteuren met erstkomende
scheepen verwagten te verneemen
dat de overgifte van het Gouverne
„ment en wat daar by behoerd en
goede ordre en met onderling genoe„
„gen zal zyn geschied, en dat vervol
gem Hy Heer Gouverneur so
prompt als exact zal executeeren
en nakomen de onderscheydene
zaken, aan Hemso by monde al„
schriftelyk gerecommandeerd; in
daar van zyne berigten zullen
inwagten.
8
dat in conformiteit der Lyssen
in opgave van den Bottelier P. H.
Siegel, (geduurende derzelfs verblyf
Alhier) is opgemaakt, en door Hen
voldoende bevonden, eene specificque
memorie der benodigde randsoenen
voor de tyd van een Iaar; en ook
agtervolgens dien zyst is uytgesonden
eerstelyk die opgegeeve quantiteit
en daar en boven nog de helft van
dien om also ene voorraad van
Proviand voor 6 Maanden in de
„Colonie te houden; dat deeze eerste
uytzinding gedaan voor een tyd van
12 Maanden namentlyk van May
1735 f 1786. weederom in het laatst
afgelopen Jaar, opgevolgden met
eene tweede verzending meede voor een
geheel Iaar om te strekken van
May 1786 tot May 1787. en dat
met de scheepen dit jaar vertrekkende
en alzo vervolgens gelyke uytzendingen
zouden hebben plaats gehad, waar
door Directeur en t vermanden dat
alvoor de bepaalde voorraad op de
Colonie made int Magazyn zoude
hebben kunnen blyven, dan dat ze
met de laatst ingekomene brieven
ae berigt hebben ontfangen van en
Magazyn Meester Siegel dat
reeds in de maand Augun 1786. aan
1
de Bediendens geen volle randsoenen
konden gegeeven worden, en dat met
het eyndigen dier maand het Vleesch
spek en stokvisch geheel geconfumeert
zouzyn.
4: dat Directeuren absolutelyk begee
rende dat so wel derzelver Bedienden
Militairen, als Slaven, volkomen
randsoen genieten, HemHlaer Gouver„
„neur by deeze chargeeren om menten
geen; zig te doen geeven in formatie
en verantwoording weegens de hier
bovengenoemde verzondene rand soenie
—
en voorts eene nieuwe en volkomene
opgave der randsoenen in een geheel
Iaar benodigd om eenmaat dat
werk op eene geregelde voet te brengen
en met zeekerheid te kunnen zorgen
dat er alvoor, eene genoegzame voor
raad op de Cotonse blyve, om alle
droevige gevolgen voor te komen