archieftoegang 1.05.05, inventarisnummer 7, pagina 15
Transcriptie
van de boven gronden, waar voor gelijke som betaald word, en voorts nog remarqueeren; dat eene meerdere belooning, voor het afmeeten van aan te leggene Plantagien, niet wel kan werden geconsidereerd, een last op de Jngezeetene, alzoo tie meerdere belooning, alleen zoude aangaan die geene, welke voortaan mogte goedvinden om Land te vraagen, welke dus, bevorens hier van geinformeerd zijnde, daar op hun Calcula zoude kunnen opmaaken, en besien, of het hun convenieerde, om op alle de subsisteerende Lasten, en belooningen een Plantagie aante leggen of niet, dat echter Directeuren zig in deeze geen partij zullen stellen maar het versoek van den Landmeeter, eeven soo als het selve aan den Raad gerenvoijeert is, ook ter dispositie van den Raad overlaaten 2. Dat Directeuren insgelijks in ’t geheel aan den Raad overlaaten, de dispositie, op het versoek van Darnaad. 3. Dat Directeuren zeer content zijn, over de Som welke, den Raad heeft betoond, voor de belan= gens van de Directie, door het publiceeren eener ordonnantie, ten aansien van de betaling der lasten, uijt welke genomene Resolutie, zij verwrag tende zijn, dat voortaan minder Rbuijsen zullen kunnen plaats hebben, bij de Ontfanger dier mindelen. 4. Dat, aan Directeuren, zig heeft geaddresseert J: J: Sporon geweesene predicant in de Colonie met versoek, om te mogen hebben de vrijheid, eerst over twee adrie jaaren, te beginnen het door hem verkreegene Land, waar op hij bereyds de eerste termijn had voldaan, en zij Directeuren hebben goedgevonden, dat versoek te accordeeren, mits hij sporon, de verdere termijnen, op de ver= raltijd prompt betaald. 5. Dat Directeuren te vooren is gekomen, als of in de maand van December 1777, het kruit Winga= zijn op de Colonie, zoodanig onvoorsien sou zijn geweest, dat men, bij geleegenheid van het Overleij den van den Gouverneur Krecks, in de noodsake lijkheid sou geweest zijn, om kruijt te leenen, van de schippers der scheepen, welke zig in de Rivie„ bevonden, dat eene dergelijke beschuldiging, Direc teuren ten uijterster surpreneerende en hoogst gevoelig zijnde, zij aanstonds hebben doen nagan in hoe verre zij mogten deel hebben, aan een sor danigversuijm, dog dat Directeuren bevonden hebben dat, eerstelijk volgens de Lijsten uijt de Colonie ontfangen en aldaar in dato p.o Julij 17 door hun Heeren Randen behoorlijk onderteekend op dien tijd in het Colonie magazijn zig heeft bevonden 300 ponden grof en 187½ ponden sijn kruijt, en nog met de najaars scheepen na de Colonie is gerzonden 1006 ponden grof en 92: ponden fijn kruijt. 1=e 9. 1 8. 6. Dat Directeuren, ingevalle het bovenstaande waaragtig is, niet kunnen uijtdenken, wat de oorsaak is, dat de voorraad, welke op p=o Julij in weesen was, vier a vijf maanden daar na geheel geabsor„ beert soude weesen, en insgelijks niet kunnen be= grijpen dat er weederom den 1 Aprril 1778 maar 300 ponden grof en 350 ponden fijn kruijt overig soude sijn geweest, daar de scheepen van de Cap„ luijtjes & Rousman, welke 1000 ponnen Grof en 625 ponden fijn kruijt aangebragt hebben, soo weinig tijd bevoorens eerst gearriveerd waaren, zij Directeu ren derhalven niet hebben kunnen afzijn, om hier van van den Rant kennis te geeven, Dat verders Directeuren, aan hun Heeren Raden, op ’t aller ernstigste aanmanen, en recommanderen om deeze zaak nate gaan; en om te ondersoeken, of het geene, bij Art: 5. &. 6. deezer Resolutie geste„ is, veragtig zij dan niet, en in het eerste geval„ ten geene, welke daar aan schuld had en daar door de geheele Colonie aan het uijterste gevaar sou bloot gesteld hebben, exemplaar te doen straffen, en voorts soodanige voorsieningen uijttedenken en te werk te leggen, als zij zullen meenen te be„ hooren om zeeker te weesen, dat, in het Colonie Magazijn, altoos een voldoende quantiteijt Buskruijt en alle andere ammonitie in voorred is, zijnde Directeuren zeer geneegen, om de Colonie van het be nodigde te voorsien. Dat Directeuren, deste meer hebben nodig geacht, om den Raad over dit stuk te moeten onderhouden, om reedenen, dat de Lijsten, welke alhier overko„ men, weegens de staat der militie en Rmmonitie van Oorlog, geteekend zijnde, door de Heeren Ra den der Colonie die hunne onderteekening en Cer= tificaat ingevolge de Resolutie van A. H. M: werd geconsidereerd gedaan te hebben op den ted bij de aanvaarding hunner plaats, als Rand afgelegd. Dat Directeuren, tot Gouverneur der Colonie, hebben aangesteld M:r Pieter Hendrik Koppiers, welke, met eerstvolgende scheepsgehegenheid na ver Colonie staat te vertrekken. zijn geleesen de brieven van den Meester Steenbak„ =en I. F. Kurtzus van dato 22 Februarij 1778 p Cop: Knoll, en van 6 April 1778 pCap: Van de Wall ontfangen. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden te resori„ beeren. Dat Directeuren, gesien hebbende zijne gegeevene informatie, ten aansien van den weggevlugte Nee ger Mercurius, zig daar meede voldaan houden, dan, dat Directeuren verders requireeren te weten
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.05.05, Inventaris van het archief van de Sociëteit van Berbice, (1681) 1720-1795 (1800), inventarisnummer 7, 1778 mei 4 - 1786 december 20
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/
De transcriptie van het historische document is gemaakt met behulp van geautomatiseerde handschriftherkenning. Er kan hier ook geautomatiseerd een samenvatting van worden gemaakt in hedendaags Nederlands.
Om gebruik te maken van deze functionaliteit dient u ingelogd te zijn en een abonnement te hebben. Let op: een abonnement geeft u geen toegang tot meer gegevens, maar wel meer handige mogelijkheden!