Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.05, inventarisnummer 5, pagina 21

14
wel geapprobeert de vergande
Vrijkoping van een mulatte
kind aan Johannees Bets
voor ƒ 50
maar daar van moet behoorlyke
vrij brief worden uytgegeven
so als in ’t boek van Wijbries
t welk hiernevens overgaat
zin vervat
en die ƒ50 moeten aan den
Colonie wonen verantwoordt.
men moet niet ophouden
na te vorschen den overgebleevene
vebel Taffi en deszelfs aanhaug
al soude men ook daar toe
de Indianen gebruyken
4
door Caps.n Posen versoek gedaan om Jaarlyx
voor 6 a 8 weeken na Escquebe te gaan
dit hem soo generaal geneggen maar
Vorgestaan die reyse eens te doen voor z
a 3 weeken
16
15
dat eyndelyk Directeuren uyt het schry
ven van evengemelten Boekhouder
en opsigter generaal ook gesen
hebbende dat hy Heer Gouverneur
aan Johannes Bets heeft ge-accordeer
de versogte vrykoping van het milath
kind van de Negeny Annatje op de
plantagie de goede Hoop voor eene
somme van vyftig guldens, die
vrijkoping wel approbeeren, edog ver
trouwen, dat daarvan een behoorlyk
vrybrief sal weesen opgemaakt
en uijtgegeven conform de formulier
welke in het mits dezen daarvan
overgaande boek vervat zyn, of dat
sulx andersints als nogh moet geschie
den en dat ook die vyftig Gulden
aan de Colonie moeten worden
verantwoordt.
dat Directeuren uijt het de mijsive
van den Capitain Commandant
Posen in dato 30 September van
het laatstleedene jaar hebbende
geremarcqueert, dat den ge-echan
„peerden rebel Taffi en syn aanhan„
nog niet magtig geworden is, niet
kunnen nalaaten by deezen aan Hem
Heer Gouverneur ten ernstigsten
te recommandeeren gelyk sulx ook
by rescriphe aan Heeg Capiteyn ge
schiedt, dat ten dien eynde alle
mogelyke middelen moeten werden
aangewendt al soude men daar toe
ook de Indraanen mede gebruyken
en daarvan net afgesien voor dat
men van de totale uyfroeijing van
dat reptant der rebillie Vwelk
ligtely hoe seer nu kleyn in getal
ligtelyk wederom soude kunnen aan
groeyan volkomen verseekert, is.
dat de voornoemde Capitain Poseu
aan Directeuren versoek hebbende
gedaan om jaarlyx twee maanden 8
ses weeken verl na de Colonie van Exscquebe
400.
¶ generaal
door Capt:n Posen ook versegt. om
jaarlyx visitatien van de militair
posten en rivieren te doen om
kundig te worden van de Sitcatie
der Colonie
Directeuren begrypen dit ook
nustig te vijen
te mogen overgaan, ter occasie dat hy
aldaar een Landsgenoot en boesomiem
heeft, die in de Regeering en vendumeer
Directeuren int Aan Heer Gouver
G
tot dezelve nargt
neur, mitsteleefen moeten melden dat
deselve wel in dat versoek niet hebben
kunnen teeden als strydig zynde
met den aanleg van deszelfs bediening
en met de belangens en seekerheei„
der Colonie maar teffens aan Heun
hebben ge-accordeert eene reijse voor
den tidt van twee of uytterlyk
drie weeken ter verrigtinge van syne
particuliere affaire, welke wij Capi
tain segt met opgedagten sijn vrieu
te moeten afdoen derwaards te mogen
4
overgaan maa niet te gelyk met
Hen Heer Gouverneur, so als Hy meld
in bedenkinge genomen te zijn en
voorts op sodanigen tydt wanneer
sulx best buyten pragudicie kan geschen
„den en door Heen Heer Gouverneur
sal werden geconteert
17 dat voorts ook denselven Capitain
aan Directeuren heeft voorgestelt
dat het voor Hem in synen dienst
ten hoogsten noodig is van de situatie
der Colonie eene grondige Kennis te
hebben, en deselve van tidt tot tydt
te besien, en hij daarom versoekt een
g reys of t twee jaarlyx na Rngen
en na dE verdert. bezestingen
de en wyzem
te doen
en militaire posten zen, om de te
beetere sorge dragen dat alles na behor„
rey toegaat; — dat Directeuren ook
begrypende dat het in de behoorlyke
waarneeming van het voorseyde officie
by voorvallende gelegenheyd van de
uijtterste nuttigheijd en selfs noodsak
rlyk i dat den Capitein Commandaut
van de gesteltheyd der Colonie en
de gestelde commandoor behoorlyke kund