Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.05, inventarisnummer 167, pagina 15

dertig mans en vyftien wyven te beurt gevallen, ter
voldoening van welke ik in dato 20 Iuly op uwelE. Achtb:
heb getrokken een 1=o, 2=de, en 3=e Wisselbrief, groot
acht-tien duyzend vier honderd en vyftig guldens
Hollands Courant, zynde op ses weken richt, aan de
ordre van den H=r Nicolaas Jan van Bagge: refererende
ik mi wegens de verdeeling der voors. slaven tot de lyst
uwelE. Achtb. hier van door den Boekhouder en opsichten
Generaal wordende toegezonden: Het zoude UwelE. Acht
eenigsints vreemd kunnen voorkomen, dat er vyf mans
slaven op de Johanna en maar eenige weinige wyven
op de boven- suyker -Plantagien geplaatst zyn: Hoogst„
dezelve gelieven dan geinformeerd te wezen, dat de
Negers ook, serie en Benjamin tot verscheide reisen
van de Johanna zynde weggelopen, thans weder gevangen
aan het Fort Nassau geplaatst zyn geworden; weshal„
ven ik, om dit verlies aan de Johanna te vergoeden, en
den m=r Planter in staat te stellen om met deze drooge
tyd een stuk bosch voor twaalf dertien duyzend
boomen te vellen en gereed te maken, ben genoodzaakt
geweest de voorz. Plantage boven de anderen by deze
lotinge te begunstigen; zullende men in staat zyn met
Een, minsten veertig baalen Catoen
de voorjaars schepen
van
van dezelve te leveren, zoo wy het geluk hebben van
de catoen, wurmen bevryd te blyven
De Plantage Santvoort heeft seven mans en drie
wyven bekomen; om dat deze Plantage nog een groote
aanplanting van Coffy vereischt, zal dezelve ooyt eenige
leverantie van aanbelang doen: hebbende wylen den
Planter Lindmark tot den Tuyn N=o 5, in welken
36700 coffy-boomen geplant zyn, zodanige slegte
gronden uitgekozen, dat ik mij niet dure vleyen, dat
uwelE. achtb. daar van ooyt eenige revenuen zullen
trekken.
De verwisseling der saisoenen heeft my wederom eene
ziekte veroorzaakt, waar door ik my belet heb gevonden
den Ar. Berthon te assisteeren by het opmaken van
den kleinen Inventanis, welke UwelE. Achtb. / 200 ik
meine) met dit schip wordt toegeeonden: uwelE. Achtb.
zullen het my dan ook niet ten kwade duyden, dat
ik my thans over den toestand van Hoogst- derzelver
Plantagien niet verder uitlate.
Die kleine Inventaris zal uwelE. Achtb. onder anderen
kunnen overtuigen van de noodzakelykheid om de
Savonette, Cornelia Jacoba, en Vlissingen te verlaten,
in eene Plantage in de beneden gronden te beginnen:
want,