Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.05.01.02, inventory number 8, page 77

Middelburgh
den 26 Aug: 1730
ijets voorcomen can van die pressance, waarover de Compa
qune nodig soude hebben haar Ho: Mog: te moeten aansoe
ken, dat UEE. daar verder gelieven bij te voegen eenige reed
nen met relatie tot haar selven, versoeken wij dat vEhge
lieven te considereeren dat gelijke redenen ook relatie tot
ons hebben als liever Willende Compagnies saaken binnen
deeze stad als buijten de Provincie waarneemen en wij connen
ook niet twijffelen off VEd sullen middelen weeten aan de
handt te krijgen, om haar transport na herwaarts ten genoege
te faciliteeren, soo het Compagnies Iagt, daar toe niet in
staat was, waar toe egter nogh een geruijmen tijdt overigh
is, en in dien tusschen tijdt met meerder Cragt van Volk nog
merkelijk can werden bevordert, mits welken wij verhoopen
dat UEE het ons niet qualijk sullen afneemen dat wij seggen
dat voor ditmaal geen verandering maaken in onse resoluti
waarbij wij de respective Cameren den 18 deses maands hebben
versogt haare gecommitteerdens tegens den eersten Octoberhen
herwaarts aftesenden tot het houden van een Vergad:r van Thienen
Waarmeede Edele Erentfeste Wijse Voorsienige Heeren
en Mede Broeders UEE. in Godes Protexie beveelende blijven
UEE goede Vrinden
De Bewindhebberen der Geoctroijeerde
Westind: Comp: ter Praesid:t Camer Zeeland:
(:was getekend:)
Wilhem Parker
J: G: Schorer
Pounten van deliberatie op welke
de Hteeren Gecommitteerden uijt de resp: Cameren
van de Gen: Geoctroij: Westindische Comp:e door de
praesid:t Camer Zeeland sijn beschreeven om op
den eersten October deezes Jaars 1730. haar te laten
vinden, binnen middelburg om op den volgenden
dag sullende weezen den 2:e van denselven maand
voormiddags goetgewender tijts in de besoignes te
treden op de boete van ƒ25:— Voor de absinte Leden
en dat niet tegenstaande derselver absentie de
deliberatien en besoignes door de resp: Presente
leden gehouden en geënchameert sullen werden ag„
tervolgens de Resolutien van den 22 Junij 1675 ende
van den 19 April 1687.
Eerste Poinct
Ter vergadering der Thienen op den 3 Meij 1684.
sijnde Vastgestelt dat in den Aenvang van ijder
vergadering alvorens tot eenige besoignet te komen
ieder Camer gehouden zal zin van sijne verrigtig
gen dewelke bij de Cameren in het generael of bij
ijder Camer in het bijsonder uijtgevoert moet wer
den Rapport te doen en in opvolging van de Reso„
50.