Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.01.02, inventarisnummer 8, pagina 43

Versonden werdende, gesepareert gehouden kunnen werden, ten
eijnde ingevalle van klaghten, dewelke over de qualiteijt van
de voorsz: goederen moghten inkomen, te kunnen weeten,
door welke vande respective Cameren, zoodanige goederen
versonden zijn.
Op het geproponeerde van den Heer President in de liberatie
geleght zijnde, off het Emosument, ’t welk ten behoeve vande
bediendens op de Cust van Guinea in den Jaare 1723, is geintro„
duceert, ende bij resolutie van den 17 September 1726, in ver„
scheijde Opzighten gealtereert is geworden, gecontinueert, of
gediscontinueert behoort te werden, ende in Aghtingh geno„
men zijnde, dat het voorsz Emolument niet alleen een swaa„
re Last is voor de Compagnie, veel, en moejelijke uijtreken
ningen veroorsaakende, maar dat boven dien ’t zelve Emolu„
ment niet voldoet aan de Salutaire Ooghmerken, dewelke
tot het invoeren van ’t zelve, aanleijding gegeven hebben,
soo is met eenparigheijd goetgevonden, ende verstaan, het
voorsz: Emolument bij deesen te vernietigen, en intetrekken
ende vervolgens het Laast gearresteerde Emolument niet Lan„
ger, nogh vorder te continueeren, als tot den aanvangh van
de nieuwe directie, waar omtrent bij deeze Vergaderingh sat
werden gedisponeert, immers niet Langer, als tot ULtimo
December deezes jaars 1729, sullende daarvan aan den
—
Directeur Generaal, en Raaden op de Cust van Guinea de
nodige kennisse gegeven worden, met recommandatie de
verdere bediendens op de voorsz Cust daarvan te adverteren.
Geleesen de requeste van Jan Hutman, adsistent in dienst
van de Compagnie op de Cust van Guinea, aan deeze vergade„
ringh gepresenteert, houdende Verzoek, om redenen bij de voorsz
requeste vermelt, van sijnen dienst ontslagen te mogen
werden, met permissie om te mogen repatrieeren Waerop
gedelibereert zijnde, is goedgevonden, ende verstaen aan den
voorsz: Jan Hutman sijn Verzoek toe te staan, ende ver„
volgens aan den Directeur Generaal en Raaden aente schrij„
ven, denzelve met de eerste Vertrekkende schepen te Laten
Vertrekken
Geleesende Requeste van Jandeswarte, woonaghtig te Rot„
terdam, althans zigh binnen deeze stad bevindende, geweesen
Commies in dienste vandeeze Compagnie op het Comptoir van
Tida, houdende dat hij suppliant in den jare 1724. met het
schip delft is gerepatrieert, dat hij suppliant in die ver„
waghting is geweest, op sijn arrivement hier te Landt
sijn gagie, en Emosumenten te mogen ontfangen, dogh
16