Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
archieftoegang 1.05.01.02, inventarisnummer 499, pagina 101



Gebruik tekstcoördinaten

Transcriptie

10
112
WelEde Le Groot Agtbaere Heere
Mijn Heer
Eergistere ben ik van formantijn alhier Gearriveerd
En voor mijn vertrek van daar heb ik den Koning van Annemabo
versogt om Een Jongen van hem meeden te leeven dog zulks wey
Gerde hij Reedene de fantijne voor zoude Geeven hy met de
Moureesche de Schurk Zoude Speelen Glstere morgen vroeg
heb ik myn dienaar nae buiten Gezonden, om de verregente„
En de quartiere binne te Roepen waar nae ik Gewagt hebb bentot
Gistere Agtermindag Corca 5 uuren Naar meerder dan drie avie
keeren, Om haar gezonden te hebben, quamen niet binnen dan
de onderlingen Weygerde de Vaendraegers En verdere Groote van
de quartieren om binne te koomen wat moeyte ik ook heb aan
Gewend in haff dus den Eysch van de gantijne aan hun te kenne
En in dien zy die mogten Aanvaerder zij Oook daar En boven
de koste van de Justitie En Onderhoud van de Gevangene moesten
indagtig zyn, met het Een En ander scheenen de Oude welte
Vreeden En versogten myn Na buyten te moogen Gaan om het
hun Jonge volkere meeden te deelen En daar op te beraeden,
En dat zy myn heeden andwoord zouden brengen koomen ik
Gaff hem permissie En heeden morgen zyn binne gekoomen
Entoonde zig Geheel afkeerig om nu iets te betaelen voor
geevende die zaak hun nu niet meerde aangongh dog door
drigemente als anderzints quaamen zy weldeel op hun Eyge
bod En zouden Twee mans slaeven betaelen dog meerder
dat zij zulks niet konde draegen, En wat drigemente ik kun
Ook Gedaan hebbe met hen te verseekeren, de fantyne opha
zoude koomen pan Jaaren; Jndien zy onwillig bleeven uwedt
Gr Agtb: daardoor Noodsaeken de Gevangene Aande Jan
stijne weederom Uyt te keeren, die Nu in ’t zeekere waeren
Geinformeerd zy den den Regte Moordenaar Niet hadden
uyt Geleeverd dezelve zouden bewaeren tot tyd En wijlen zy
zo veel van hun hadden Gevan jaard dat zy zouden den ken
Genoeg te hebben om hun pallabber met hun te maeken En
wat het hem dan Nogtenmaal zo veel zouden kosten als
Nudoc, Niets konden helpen de Moureeschen scheener zig
Absolut verbonden te hebben om niets in deze pallabber te
willen op schieten En willen hebben dat de broeder van de
Gevangene Alle de onkoste zal voldoen, zo het mijn voorkom„
Endie heefd de Groote van de Quartieren zo zeer op zyn hand
dat Geene van hun Nog Zelfs Een van hun Neeger renne
Jn 't ford duwe koomen, Jk heb mynpper Jongen Na de Koo„
ming.
113
king van annemaboe, Gezonden om die kennis te
—Wat de Moureeschen wilde dog vreesen die zo min
Geeven
Als de Koning van Abra daar meeden te vreeden zal zyn hoe
het ook is in vreesen uwEdl Gr: Agtb: Heer dat in deze zaak„
Niet zalte doen zijn ten hoeden als afleen door Geweld,
En daar toe zijnde syde Hans Niet favorabel
Jn verwagten uw EdlGjr Agtb: ordres wat verder zal
Rragten te doen om Een Eynde van die zaak te hebben dog
mogelykheyd is Er niet om de quartieren binne te krygen
En zopder die is hier niets Uit te voere zo dat mijn ver„
blijff alhier Nutteloos, is.
Naar UwEdl Gr: Agtb: S' Hemels Dierbaarste Zee
Geninge te hebben toe Gewenst zo Noemen ik myn met
waere Hoog Agting. &c=a
/:W:G:/ Hend=k Stadlander
Moure d 12 Jan= 80
En wy laeten die beandwoor„
den als volgt
Wel Edele Heere.
Wij hebben met veel ongenoegen, t teegen streevend
Gedrag onser Moureesche onderhoorige Geziln uwedt kund
zulks haar lieden doen aan zeggen als ook dat het zelve
Langeionse geheugen zal blyve
Jn andwoord op uwEds Missive is dienende zy voor het
Laeste de Moureesche kund bekend Maeken, zyden Eys van
de gantijne zullen moeten voldoen, En zo zy het kunnen vin„
den Wylde Moureesche voor haar zelve Twee Mans slaeve biede
dat het overige van de fantyne haar Eysch door de famillie van
de Gevangene betaald word dan is de zaak Gevonden zyn zy
Hier in Halstarrig Laeten dan de Moureesche haar bestda„
zoveel van Gemelde Gevangene Neeger zyn familie te panjan
ren Als de hys bedraagt Ende zelve in t Moureesche fort
bewaeren En kan dit bon niet Geschieden Laeten zijdan d
Regten Moordenaar Uyt Leevere heeft het Een of het ander
by haar Geen plaas zo zullen wy wyl wij haar te, meernaar
2
Een hebben Gewaerschond: Genood zaakt zijn de fantijnen
Haar hang te Laeten Gaan En wy zullen ons Geen zints
meerder met haar Neetelige, zaak bemoeyen
uwEdl kand Jngevallen, de Moureeschen Niet Luijsteren zelvs
Aan de fantyne doen bekend maeken, Egter verlangen wij
Jngevalle de fantyne pan jaaren Op de Moureesche zy heen
van dezelve verkoopen maar wel bewaeren, wyl wy wel denke
de Moureesche als dan by zulle vallen
UEd kund zig wyders Naar Herrewaerds vervoegen, En die Lae„
zo alsze is Aan den Commandant Boeken dal overlaeten
WGJ B Woortman
Mina 13
Jan: 80 Beveelen &:a

Bronvermelding

Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.05.01.02, Inventaris van het archief van de Tweede West-Indische Compagnie (WIC), (1624) 1674-1791 (1800), inventarisnummer 499, 1779 dec. 7 - 1784 aug. 21



Ga naar de volgende pagina (102)  Ga naar de vorige pagina (100) Nieuwe zoekopdracht

Scan + Transcriptie


Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien

Kunstmatige intelligentie (AI)

De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.

Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/