Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.01.02, inventarisnummer 3, pagina 47

bel zoude zijn, dat de Compagnie hunne eijgene lanoa„
—
en roeijers het zij blanken ofte swarten aldaar
inden dienst hielden, omme die sware en Orcessiven
costen van Cans en roeij zoonen daar door te kunnen
uijtwinnen, ende dat zij daar omtrend haar beright
en Conzideratien bij de eerste occazie aandeze vergad:
zullen geeven, ende dat ingevalle zulx konde geschieden, ho
veel de voornoemde Canoas en roeijers midsgaders het
onderhoud van dezelve aande Compagnie zoude kosten
en wat getal van beijden voor de respective Comptoirs
nodigh ende vereijscht zoude weezen.
Dat wegens den zout handel aande Raden zal
werden gerecommandeert daar mede ten meeste
voordelen vande Compagnie te Continueeren.
dat aanbelangende het Buscruit aande gemelte
Raden weder ten hoogsten zal werden aanbevolen voor
desselfs conrervatie alle nodige sorge te dragen, op dat
er zoo veel quantitijt kruijt telkens niet weer te
rugge mag komen, sullende aan gemelte Raden,
bedenkinge werden gegeven, of het Buscruijt aldaer
ter Custe niet gevorglijk ende buiten pericul, met
het Copgaan, off ondergaan vande sou op zeijlen
gelight zijnde, soude kunnen werden gedrooght
soo
32
soo als men gewoon is in deeze Landen te doen, omtrend
welke Manieren en behandelingen zij zich bij de schip:r
en Constapels vande aankomende schepen zouden
kunnen Informeren, ende zulx kunnende geschieden
het zelve als dan werckstellig te maaken.
—
Dat aan de gemelte Raden mede zal werden afgevraagt
of het Cruijd in plaatze van beneden niet beeter op den
Berg s:t Iago- zoude kunnen werden bewaart, ende aldaar
op droger plaatzen gezech soude kunnen werden. ende
indien Ja, het zelve alzo te doen; ende daar voor behoorlijke
zorge te dragen, ende omtrend welke voornoemde twee
gevallen Bewind hebberen haarlieder rescriptie ten eersten
zullen verwachten
Vermids t' zedert eenige tijd herwaarts zeer veele klachten
van ter Custe zijn gedaan, wegens de slegtheijd van het
aangebrachte geweer, en telkens een groote quantitijt
van het zelve beschadicht van daar weder werd te rugge
gezonden, zoo is na deliberatie goed gevonden en dee
verstaan, de Heeren Bewindhebberen van alle de„
respective Cameren mids deezen te verzoeken, Iaer in
den hare naauw keurigh acht te neemen, dat de Laden
en kolven van het geweer uijt een stuk mogen zijn,
ende tot meerder versekering vandien, met de Leverantier
van het zelve (zoo ’t mogelijk is) te souvenneeren, dat zyj
de Laden encolven uijt een stuck zullen Leveren
1
ende dat indien namaals bevonden wierd, het zelve
uijt meer als een stuk te bestaan, ende aan malkanderen