Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.05.01.02, inventory number 3, page 36

Hs noch geleezen een Missive van Hieronimus Ha„
Bring. Fredrick Hoevenaer, en Abrasam
de
Engelgraaf robbertsz:, administeerende
Iegen woordige Sirectie op de Custe van guinea
geschreven aan Elmina den 21 Iunij dezes jaers
1711. ende geaddresseert aande vergadering der Thienen
waer op geene concluzie is gevallen, ende is de
verdere Lecture van dezelve int gesteld tot de volgende
zessie.
Waar benevens mede is geleezen de schriftelijke
defenzie van den oppercommies Abraham Engelgraef
rakende de reijze vanden overledene opper Commiss
Jan Landman en hem na Ardra ende het ophouden
van het Iacht schip de Cormantijn als mede tegens
de beschuldiginge van particuliere negotie met het
zelve te hebben gedaan, zijnde de voorndl: defenzie
gedateert aan Elmina. den 10:' Iuwij deezes Jaars.
ende bij de missive van de opgemelte raden gevoegt
geweest, waar omtrend de te soudene deliberatien
tot een volgen de zessie zijn verschopen.
1
Generis.
Present de Heeren.
Bors van Waveren
De Samars
van Collen.
Heusch Afsess:
v: rosmale.
Pille
Thijssen. assch:r
Van ossenberg
Bredeheff
Horenken.
eneris.
Den 13: Novb: 1711.
Ante Meridiem.
Nader zijnde gedelib: omtrend de inhandelinge der
slaven aan Frdra. ofte Sida. door een bediende vande
Custe aldaer, zoo is na voorgaende Selib: goed gevonden
en verstaan, dat aande raden Administrerende de sirectie
op de Custe zal werden aangeschreven, dat zij den Commes
ofte die geene dewelke tot het inhandelen van slaven
voor ’s comp:s schepen zijn verblijf aan Fida ofte
elders heeft, zerieuselijk zullen Recommanderen ende
gelasten, omme met Ider vertreckend Plaafs schip
van alle de respectivecameren aanden schip.r van
het zelve mede te geeven eene nette en accurate
Leijste off nrotitie vande ingehandelde slaven voor het
zelve schip, hoe veel elke slaat heeft gekost, hoe
een
—
veel ende wat zoorte van goederen hij voor
slaaf heeft gegeven, hoe groot het Cargazoen is geweest,
ende in wat Coopmanschappen het zelve heeft bestaen,
—
welke oncosten op zoo een armazoen vallen, ende wat
EmoLumenten ende aan welke perzonen daar uijt
moeten werden voldaan, ende waarjine dezelve bestaan,
als mede welke ende hoe veele restanten hij van
zoo een Cargazoen Overhoud, dewelke verandwoort moeten
21