Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 9991, pagina 369

groote met achting te zijn /:onderstond:/ als vooren
/:was geteekend:/ Jm: will: palck, w: J: van de Graaff,
D: De vok, J:r J: Coguaas, C: de Cock, M: Mekern, J:
W: Borwater, G: E: Holst, C: D: Kraijenhoff, B: sluis„
„ken en J: J: Billing /:in margine:/ kolombo den
14. Juni A„o 1780.
Het foegat schip gagtrust is den 26. Juni van Gale
naar uwelEd: gouvernement vertrokken met onsen
brief van den 14. der gem: maand, waar van wij het
dubbel hier nevens aanbieden.
De gearmeerde komp:s scheepen De Ganges, Holland,
voorberg en de zeeuw zijn den 8. aug.:s behouden te
gale aangekomen en het kijzerlijke schip de Dolphijn
den 5. e daar aan, ook is het schip willem de vijfde
den 2 e deser in een goeden staat op onze reede gearri„
reert. Daarmeede hebben wij ontvangen uwelEd: g'eerde
missiven van den 8. februari 8. Mei en 5. aug:s den over
de kust kormandel is ons besteld uweelEd: missi„
re van den 6.:e Juni, alwaar hetzelve met het kij„
zerlijke schip zes deux freres is aangebragt.
Het verwondert ons zeer, dat de schipper van het hoe„
„ker schip katwijk aan Rijn op zijne terug rijze na
de kaap de goede Hoop heeft kunnen goedvinden,
het Eiland Mauritius aante doen, niet tegenstaan„
„de wij hem zulks, bij de aan hem mede gegevene
jnstruktie volstrekt hadden verbooden. wij hebben
vertuint bij onsen brief aan uwelEd: van deze
instruktie melding te doen intusschen twijffelen
Aan als vooren.
N:o: 33.
wij niet, of de schipper Bellon zal deselve, aan Ed:
uw welEd: hebben overgegeeven, en wij wenschen wel„
onderrigt te weesen, wat hem tot het aandoen van
Mauritius heeft genoodsaakt.
van de sloep Elizabeth en van het schip de Verstelder v„
hebben, wij tot nog toe niets vernoomen, en wijl. Ed:
het laatste naar alle waarschijnlijkheid in den swaa„e„
aen storm„s den 27:e 9ber: 1782. is verongelukt
hebben, wij moeten besluiten, onze daar op geweest
zijnde Comp:s Jagers bij de boeken onder den 17. 9ber
1782. te laaten afschrijven, waar van wij ons ver„
pligt agten, bij desen kennis te geven, wijl de Equi„
pasie van gem: bodem bij uwelEd: thuis hoord.
wij hadden wel gewenscht, dat uwelEd: mochten
in staat geweest zijn, ons met het schip willem
de vijfde eenige provisien en voornamentlijk
Carie toete zenden, waar aan wij reets groot ge„
„brek hebben, en weshalven wij ook versoeken, ons
daar van een goede quantiteid toe te zenden, zo dra
de gelegentheid zulks eenigsints toelaat.
wij verzoeken ons ook toete zenden de afgeslootene
reek: van den mattroos Pieter Elst van Ziakzee
die in het jaar 1781. met het schip Amsterdam
van hier na de kaab is vertrokken, en volgens zijn
opgave aldaar op een fransch schip geplaatst,
waarmeede hij op Mauritius en vervolgens op
Trinkenomale is aangekomen winnende volgens
de monster rol van het schip Amsterdam 16. gulden
De betaaling van het Regiment van Luxenburg,
wij
zodanig
Augot