Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 9477, pagina 19

dat zijn koffer met goede; en
alle zijne klederen, die hij daar
in om te lugten opgehangen had,
wegen daar uijt gestoolen wae„
ren
Dat hij declarant, na dat die
eerste ontsteltenis wat over was;
de gem: Eurapeesche Jonge, heeft
onder vlagt;—
Dat die Jonge daer op heeft
verklaerd; dat hij, na dat den Ze„
clarant ten huijse was uijt gegaen,
tot omtrent agt uuren voor de deur had geseten in
geselschap van drie slaven van den advocaat dutrij te weeten
kind dat hij slaperig zijnde geworden haar
met
een Jonge en Een meij ^ har was afgegaan en zig voorts op een
der banken voor de deur hadde neergelegt alwaer hij ten Eerste
was inslaap geraakt hebbende de sleutel van de kamer
waar in des declarant koffer en goederen geborgen
waren onder zijn hoed gestoken zonder te weeten wat
er voorts in al die tusschen tijd in huijs is voor gevallen—
Laastelijk declareert den declarartst dat in het gestoolene
koffer de volgende contanten en goederen zijn geweest als
aan baaren gelde Negen hondert drie en seventig
spansche realen in diverse specien twee pakken klee„
„deren een wit met silvere knoopen en een peruvien met
kleijne roode banquetjes 60 hembden meest met kante
Lubben agt dosijn halsdasjes omtrent drie dosijn neusdoeken
dertig paerden zijde kousen zoo oude als nieuwen twalff
witte parcalse Camisools met neteldoek belet twee
onop gemaakte swaerte satijne gebuurdeurde Camisool
Eenige hair zakken met nog eenige kleijnigheeden ver
klarende den declarant dit alles te behelden wat
hij van deze diefstal weet op te geeven
Aldus Gepasseerde in de recollements Camer van
opgemelde agtbaare raade en ter presentie van
Willem Daniel de Chastillion en Thimon
Hhelkes Clerquen als getuijgen
e