Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 9439, pagina 114

/:zoo als hij ged„e vermeend:/ tegens zijne meriks
tot zoo een bedroeft eijnde zag komen, als den
Eijsch van den E: Rat off:r Eijsscher tot des
strengen
gedaagde verbaastheijt dicteerdt
38
tegens zijne merites, mag hij immers wel seggen
E Agtb: heeren nadien, met een zuijver Geweeten
kan verklaren, dat nooijt iets heeft gepleegd
waar meede zijne betaalt heeren konde werden
geprejudiceert:/
door welk gesegde, den Ged„e dan verhoopt uw E: agtb:
G'eerde confirmatie te zullen wegdragen, dat (:ver„
„mits demeermelde abuijsen, niet voorbedagtelijk
zijn begaan, maar wel als hier vooren breedvoe„
rig is aangehaald, en door ijlhoofdige siekte
gecauseert, alsoo hij niemand hadde die de
zaaken na verEijsch konde Effen stellen :/ hij dan
de straffe omtrent de Valschsarissen door m„r
Simon van Leuwen in zijn room hollands regte
14, 33 deel, en damhouder in zijn praetijk
Crimineel Cap: 109 en 110 uijtgesproken sig
in het minste niet heeft schuldig Gemaakt
40
maar veel een bij uEd: agtb: in Consideratie sal werden
genomen, den uijtspraak van and: gail in zijn
1„t boek r„de hoofddeel genaamd de Land vreede
s
alwaar dien regt geleerde zegd
Imand Grootelijks schuldig aan eenig
misdaad zijnde, dog zonder bewust op
set gedaan, en daar selfs lijfstraffe
toestaat, van geensints schuldig ge„
houden werden, door dien een schuld
sonder op set off voorneemen gedaan
of veroorsaakt voor geen misdaad te
houden is —
41
39