Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 9292, pagina 112

102.
Den 7:' maart 1682.
Jdem heer Eijss:r
De heer Eijss:r Exhib:s
een attestatie en con„
contra
„cludeerd dat de gev:
David heijlborn van
sal werden gecondemn:t
Eswou zoldaat in't prou„
twee dagen op't houte paard,
„wenhuijs 's heeren gev: over
en veertien dagen in don„
„kere gev:s te water en
dat een ander gequest heeft.
rijs te sitten, en in een
boete van aght rd:s pro
bisco, mitsgaders 't meesterloon van de gequeste te betaelen
met de costen
7
de gev: bekend het te laste geleijde;
Den Raad doende Recht accordeerd d' h:r Eijss=r
sijnen Eijsch, en condemneerd de gev: volgens
desselfs inhoude met de costen; verklaard hem boven
dien in anderhalve maand geen gagie te winnen;
Jdem Heer Eijss:r
De heer Eijss:r
Exhi„
contra
„beerd sijn E:s schriftelijken
Wouter Jansz: van amsterdam
Eijsch, leijt daer bij over
constapelsmaat op de smit 'shee„
een b'Eedigde attestatie,
„ren gev: over moeijte maeken;
en conclud:d als in't Eijnde
van den selven Eijsch;
de gev: bekend het te laste geleijde, en segd dat beschoncken
aan boord komende door den boekhouder in de cajuijt ge„
roepen wierde, die hem gev: nog meer arrack te drinc„
„ken gaf;
Den Raad doende Recht condemneerd de gev:
twee dagen op 't houte paard te sitten, en in de
ketting geklonken te werden, om daar in
twee Jaaren aan de gemeene werken sonder
gagie te arbeiden, en gebannen te blijven,
en in een boete van aght rd:s profisco, met
de costen, hebbende hij gev: boven dien in een
maand geen gagie gewonnen
Eijsscher
Jdem heer
De heer Eijss:r Exhi„
contra„
beerd een attestatie,
Hans Schut van dantsig
een confessie van
de gev:, en conclud:
burger 's heeren gev: over dat sig
dat den selven in de
aan een Engelsman verhuurd,
ketting sal werden
en met den selven sonder pas
geklonken om daer
na bantam te vertrecken
in ter discretie van
getracht heeft,
haer agtb: aan de gemee„
ne werken sonder gagie
te arbeijden, en gebannen te blijven, met de costen;
de gev: segd onkundigh geweest te zijn, dat hij het te laste
geleijde
-
-