Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 9239, pagina 26

16
Den 6=e September 1729. —
en anthonij anthonijsz: beijde meerderjarige soonen,
van de overledene Lea Christiaansz: ter Eenre, ende
Pieter christoffels: inlands burger als generale
last en procuratie hebbende van sijn moeder
anna nicolaes: laast wed: van Carel
de dodus ter anderen sijde, als wanneer door
haar agtb: aangem: jan harmens: gevraegt sijnde
of hij in staat was den suijveren boedel van den
overleden jan christoffels: te kunnen begrooten,
en daar op door denselven geantwoord sijnde dat
desen boedel circum circa soude uijtmaeken
Eene somma van vier duijsend rd:s, op het welk
aan hem Pieter Christoffels: sijnde afgevraegt
met hoe veel hij sig voor sijn aan deel in desselvs
qualiteijt soude willen tevreden houden, en door den
selven geantwoord sijnde met Eene somma van
Een duijsend rd:s buijten alle lasten proces en
andere ongelden, die bereijts hier over gevallen en
als nog mogten komen tevallen, 't welk aan de voors:
Jan harmens: en bij sig hebbende meerderjarige
Erffgenamen van Lea christiaens: sijnde te„
verstaen gegeven, hebben deselve daar op Eerst drie
honderd en kort daar aan vier hondert rd:s gepre„
senteert, dog den gem: pieter Christoffels: sulx
niet willende accepteeren, egter van desselvs
pretentie twee honderd rd:s heeft laeten vallen
en daar bij is blijven persisteeren 't welk denovo
aangemelte jan harmens: c: S: bekent gemaekt
sijnde, sijn Eijndelijk partijen soo als heeren
commissarissen van meninge waren tescheijden
met malkanderen over Een gekomen teweten,
dat gem: Jan harmens: in sijn voors: qualiteijt uijt
den