Heni Van Ceijlon schreef 31 mei 1730 een dagregister over de belangrijkste zaken en gebeurtenissen tijdens de reis naar en van het hof van Candia en het verblijf daar. Hij werd als gezant gestuurd door de weledelgrootachtbare hooggebiedende heer Aephanus Versluijs, buitengewoon raad van Indië, gouverneur en directeur van het eiland Ceylon, de kust van Madure, Inchiado en andere gebieden. Het doel was om namens de Generale Nederlandse geoctrooieerde Oost-Indische Compagnie een brief en een zeer aanzienlijk geschenk te overhandigen aan zijn keizerlijke majesteit Wira Paracraama Nareendre Singa.
22 december 1729, donderdag, rond 9 uur 's morgens hadden zij de eer om samen met de keizerlijke brief en de geschenken met grote pracht, onder het lossen van kanonschoten, begeleid te worden door de weledelgrootachtbare in gezelschap van alle leden van de politie en meer andere vrienden tot aan het Pas Naklegam, waar ze eervol ontvangen en onthaald werden.


Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 8952, Kamer Zeeland, INGEKOMEN STUKKEN VAN GOUVERNEUR-GENERAAL EN RADEN BIJ DE HEREN XVII EN DE KAMER ZEELAND, Kopie-missiven en -rapporten ingekomen bij gouverneur-generaal en raden van de kantoren in Indië, Ceylon, Kopie-missiven en -rapporten ingekomen bij gouverneur- generaal en raden uit Ceylon, 1730 jan. 23 - sep. 9
Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/