Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8598, pagina 90

80.
Van Malacca, onder dato 26„e xber 1709:
den 13„e december laastleden, concerneerende twee insinu
„artien ofte actens van daagvaarding, waar bij door mij tot het
geven van getuijgenisse der waarh„t ten dienste van d' E: Comp:
en d' Justitie sijn geciteerd gewerden, den oppermeester
van het hospitaal alhier jan Joosten genaamt, den
siekentrooster Jsaac Coos, den gew: trompetter harmanus
smith van berlijn; aan welke persoonen den dag van regten
is geprefigeert tegens den eersten regt dag nae het vertrek
van den Ed: heer Pieter rooselaar ende den ouden
malaxenraad, ofte wel den naasten regtdag dat ik als
fisc„l in vergadering Cessie soude hebben; op welke extract
resolutie daar op inrade genomen, van mijnentwegen in
andwoord sult dienen, dat mij met opmercking daar
uijt tevoren gekomen is, dat bij dat extract (met reverentie
gesegt) geensints komt te blijken wie als heer gouvern:
off president daar over inrade heeft geseten, ofte de
omvrage gedaan heeft vermits den Ed: heer rooselaar
en den oude malaxen raad niet jegenstaande haar
vertrek van hier door haar ho: Ed„s (soo als geinformeert
le
ben:) op veerthien dagen, nae de komst van sijn wel Ed„le
is bepaalt en vast gesteld, met dese expresse bijvoegingh
dat ick daar op aanstonds als fiscaal mijn bedieningh
soude waarnemen, met goeddoening van mijn Emolumenten
en reserve van actie:) Evenwel in Clijnagting van haar
hoog Edelh„s seer g'eerde beveelen al bereijts sesweeken
tot sijn Ed: voordeel genomen heeft, en nog jegenwoordig
-„
alhier involle besit als gouverneur is ageerende
dat oversulx bij mij wert vast gestelt dat sijn Edele
als
E