Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8598, pagina 79

69.
Van Malacca, onder dato 26„en xber: 1709:
een Eerlijk man kan over een komen; het sondemij
met verdrieten in gevallen ick maar ingevolge u ho: Ed„s
seer g'eerde ordres Copien van stucken had mogen hebben;
de getuijgen op Contra interrogatorien kunnen hooren, en
tegens de getuijgenisse van Eerlijke luijden confronteeren
en oversulx mijn defentie daar tegens kunnen doen; —
want als dan soude u hoog Edelh„s in dubitabel hebben
gesien, dat dit niet anders als vuijle inventie sijn omme
Eerlijke luijden onverhoort te ruineeren en alschoon
mij het ingebragte ten mijnen lasten als nog niet bekent
is, soo moet ick Evenwel met alle eer biet seggen
als dat tot overtuijging van den heer Rooselaar dies
aangaande dienen moet, de patientie en langmoedigh„t
dewelke ick invergadering op den 7„en meij 1708: op de
buijten spoorige Conduiten van sijn Ed: en den hooft
administrateur den heer valckenier heb gehouden, en dit
is ook onder anderen dereden dat ik mons„r walraven
de Lelij voor sijn vertrek van hier niet heb onder Eeden
mogen hooren; ick vermeene ook dat hier toe mede
dienen moet, het gedult bij mij in soolang durigen en
geweldig arrest getoont, als mede mijn gedrag nae dat
uijt hetselve was ontslaegen, en Elkandere dagelijks
rescontreerde en passeerde; empel particulierlijk in het sien
en passeeren van een ondercoopman met mijn dienaars
off Caffers; daar nogtans mijgants niet onbekent
was hoeverre demagt, mij van de heere maijores
gegeven sig selven extendeerde; het doet mij derhalven
leed dat ick soo langen tijd (niet tegenstaande u hoog
Ed„s serieuse recommandatie ter Contrarie) op dat
als
6