Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8598, pagina 58

48.
Van Malacca, onder dato 26=en xber: 1709:
wierd niet jegenstaande dat 'er Engelse off andere scheepen
van vreemde natien op derheedelagen (mogelijk om aan de
selve te thoonen wat magt hier was) buijten dit fortres
inde stad te trecken, en die door gemarcheert hebbende, weder
binnen tekomen 'tgeen ik, vermits hetselve om reden dese
vastigheijt daar door als dan genoegsaam van manschap ont
ploot was, als ook de ongevallen die daar uijt bijwijlen souden
hebben konnen ontslaan heb affgeschaft, en deselve wanneer
der Parada gedaan werd insteede van door de stad
rondsom dit fortres laten marcheeren bywelke gewoonte
het om devooren staande reden wel sal mogen blijven. —
dewijl mij buijten het voorenslaande en 't geene waar over soo
nu en dan we mmet den anderen wel mondeling in gesprek geweest
zijn ten belange van malacca, niets meer hebbe konnen
te binnen brengen, en VE: E: uijt hetselve voor soo verre
het met de ordres onser loffelijke betaals heeren en
haar hoog Edelens is overeen komende, het goede
zultkonnen trecken; sal ik desen onskortelijck
besluijten en nae toewenschinge van den miltrijcken
zeegen des alderhoogsten, die VE: E: gelieve te zegenen
met gesondheijt, ende vereijste kragten, ten Eijnde alsoo
in staat te zijn om dit hoogwigtigh bestier tenmeesten
nutte van d' E: Comp: en vermeerderingh van VE: E: eijgen
reputatie te konnen waarnemen althoos verblijven;
(onderstond) Mijn heer ! VE: E„s van harten Toege„
negen vriend. (was getekent) Pieter Rooselaar.
(in margine) Malacca in't fortres 26„en december a„o 1709. —
Extract.