Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8598, pagina 57

47.
Malacca, onder dato 26„e xber 1709:
Van
is maar open legt en die plaats seer bequaam om kleene huijsjes
op tesetten, ben ik al verscheijde malen door dese en geene lastig gevallen
om daar toepermissie te mogen hebben, 't geen haar telkens heb
affgeslagen, en ook eenige die zulx buijten mijn weten ondernomen
holben hadden beseth met deselve in tijds weder te doen affbreken
gemerckt het aan diekand niet alleen een blinde voor de neus maar
ook occagie verschaften soude om den sluijkhandel daar door te
beter en vrijer tekonnen pleegen uijtwelken hoofde deselve
gelijk jegenwoordigh is ook zal dienen gehouden off gelaten
te werden. —
tot het voortsetten van den land bouw en wel voornamentlijk
aanplanten van padij op de hier om her gelegene landerijen
heb ik agtervolgens het g'eert bevel harer ho: Ed„s mijn
uijtterste devoir aangewend, twelk Egter van geen off
„se
1
„gemeente
althoos soer weijnig vrugt geweest is, alsoo de „ arme wanseven
daar toe genoegsaam onvermogens is behalven nog dat deselve
alschoon delanden daar toe overvloedig bekwaam schijnen
van haren arbeijd niet veel koonent profiteeren vermits
de. . . van de padij wanneer die rijx is en gesneden
wert, wel halvledig bevonden werden, 'twelk als mede de
gedierte
vrees voor demanicabers en ook het wild en
veroorsaakt is, dat daar van komen aff tesien, zulx tot leed
wesen seggen moet dat daar omtrent in toekomende op
eenig fundament geen deminste beterschap kan te gemoet gesien
tgeen Egter tot welstand van dese plaats, en derselver inge
„setenen wel anders tewenschen was. —
zedert deregering van den E: E: heer oud gouverneur gelmer
Vosburgh zal„r is het hier althoos in gebruijk geweest, dat
des sondags, wanneer de parade met het volle battaljon gedaan
wierd