Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8598, pagina 29

21.
Malacca, onder dato 26„en xber: 1709:
Van
gebreeke blijven omme denselven aan ons toe tesenden,
gelijk zulx bij opgemelte brievje te deser secretarije tevin„
„den, alles breeder kan werden naegesien, mitsg:s bij haer
hoog Ed„s veel gerespecteerde missive van den 24„e Iulij deses
jaars hoedanig haar ho: Ed: gr: agtb: dat laaste gedoente
hebben gelieven op te nemen, dies mij daar aan tot vermijding
van een dubb„t verhaal gedienstig sal gedragen, en voortva„
„ren net teseggen dat dikwils gem: radja indrabongsoe,
op bekomen tijding dat 'er een aansienelijk: getal van vaartuijgen
en volk van den Coning van Siam stond aff tekomen, om
die van johoor, over derselver gepleegde roverijen op sijne
onderdanen te beoorlogen, den koning en rijxgroten aldaar
genoegsaam, ja selfs onder bedreijgingen heeft getragt te
dwingen om johoor te verlaten, en sig weder gesamentlijk
met 'er woon na riouw te begeven, daar den koning en rijcx
grooten haar geweldig tegen gekand hebben en waar uijt grote
oneenigheden onder haar ontstaan zijn, egter heeft en selve
door zijn dwingelandije soo verre weten tebrengen, dat den
koning volgens de hier gelopen hebbende gerugten, aangenomen
heeft omme zig nae verloop van ettelijke maanden nae
derwaarts te begeven, en uijt welken hoofde gemelte
radja indra bongsoe voor 3: â 4: maanden met een goet
getal vaartuijgen, en volk reets nae derwaarts vertrocken
was ten eijnde aldaar tegens dekomste van dejohorse
hoogh„t desselfs soo genaamde paleijs te vervaardigen, maar
off dat nog voortgang nemen zal heeft zijn bedencken
gemerckt de rijxgroten nae zijn vertrek van gedagten
schijnen verandert te zijn, dies de tijd zulx sal moeten
openbaren. —
Om te ontwaren wat den radja indra bongsoe eijgentlijk —
moveren