Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8277, pagina 18

Van Timor den dato 18 Meij A=o 1732
ende harde behandeling dewelke de timoresen moeten
ondergaan die sulx niet langer van uEd: kunnende
verdragen waar door tot opstand geraken te bedecken
in uEd:e eerste brieff van den 9 ' Junij 1731 staat
dat uEd:s den chinees humlianko die Eijgentlijk
sijn naam olianko is/ permissie heeft verheend
om naar dillij tevaren en inde tweede vanden 9
onbeschroomt schryven dat dien chinees tegens uE
Augs Durft uEd: ^ ordre daar gehandelt heeft
door uEd: wonderlijke gedagten sal uEd:s vergeten
sijn dat inde eerste brief het Contrarie bekend
staat soo dat souneklaar blijkt dat uEd:s die
Chinesen soo wel als ons een quade naam geeft
om uEd:s baatsugt te voldoen en van een anders
goet gewin te hebben, wijders segt uEd in gem:
laasten brieff dat bevoorens door ons soude gesz:
vryelyk.
sijn dat diergelijke vaartuijgen door uE vrijdelijk
moeten werden aangehouden sulcx negeren wij
wel Expresselijk, maar wel is door het opperhooft
1724
Engelert en raad bij miss=ve van den 31 maij 1704
geschreeven dat uEd de vaartuijgen die met kruijd
en lood konde attrapeeren mogt aanslaan om dat
te dier tijd den borger de vos op lifao inde boeijen
op een onchristelijk wijs was geslooten almede
op voorgeven dat dien man amonitie van oorlog
soude hebben verkogt aan welkers missive we,
ons nog gedragen, vermits door ons, nooijt veel
min door de hooge regering van nederlands
Jndia sulcx werd gepermitteerd sijnde ook nog
gedragen vermits door ons nooijt veel nin
door