Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8144, pagina 28

bezending ooit effect hebbe gesorteerd,
veel minder, dat de spanjaarden
te dier tijd, of naderhand, den Mangin„
„danouwers eenige assistentie tegen
ons verleend hebben. —.
Nergens is gebleken dat nevens gem:
Daar nogtans de bedrijven van de eerst
Daar tegen zyn de kwaade gezind„
heid der laatst gen: ten aanzien van de
gem: Natie maar al te duadelijk der zelven
Nederlandsche Maatschappij, gelijk meede
kwaade gezindheid ten aanzien vande
de vorige kwaade meneus van de horen
van Tidor en Batchian zoo overvloedig
Nederlandsche Maatschappij aantoonen,
beweezen, dat daarvan, na het geene
en daar men op de Hoven van Tidor en
er uwe Edele Hoog Achtbare uit de
advisen de annis 1778„ 1779 en 1780: bereeds
Batchian en op meer andere der
van zal weezen voorgekomen, iets
Jnlandsche vorsten geen volkomen
meerder aan te roeren overboodig weezen
en dus maar verveelen zoude: Uwe Edele
staat kan maken valt hier uit te
Hoog Achtbare permitteeren liefst dat
besluiten, dat de omstandigheid van
hoogst dezelven verzeekering doen,
zaaken om deezen oort voor de Maat„
dat met de aanbevoolen verdubbelde
zorg en waakzaamheid dit Gouver„
schappij in meer dan een op zigt vrij
nement tegens de vijanden, waar
hagchelijk is en dat, mitsdien een ver„
van het zelve als omringd is, zullen
zien te beveiligen. —.
dubbelde zorg, en waakzaamheid
aller Noodzakelijkst zijn. —.
17/58 De Mangindanouwers twee vaar„
tuigen zo men meende naar de Manill#
hebbende gezonden, om van de spanjaar
den assistentie te verzoeken, willen
wij met uw wel onderstellen dat, indie
al dit berigt gegrond mogt wezen zij
echter hier niet zullen geslaagdt zijn.
aanstoot zou leijden. —.
wij