Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.04.02, inventory number 8138, page 81

69
de koning van Tidor te kennen gegee„
Ceram aankomen, als vijanden
sullen aangemerkt worden.
„vend en rorende onderdanen.
„veren van Killeloehoes Rad„
„heid gemaakt wierd
dertien corra corras, even zoo weinig vernomen als van de
overlevering der schuldigen aan de roverijen te Boero, en
op andere plaatsen.
Vervolgens hebben wij de eer uw Hoog Edelheden te be„
„deelen, dat op den 13: Meij, bij onze besoigne over eenige
Ambonse brieven, de datis 29: November 1770;, benevens
17: maart en 1 April 1771. is goedgevonden om zijn Hoog
„ven, dat sijne onderdane die te „heid den koning van Tidor te waarschouwen, dat alle zyjne
onderdanen, die op de cust van Ceram zullen werden aange„
„troffen, niet meer ontzien, maar direct opgepakt, en ter
dispositie van uw Hoog Edelheden na Batavia zullen
verzonden werden, gelijk men dien vorst nogmaals ingevolge
de ordres die uw Hoog Edelheden aan ons hebben gedemandeert
en teffens ook op de vertoogen der Ambonse Ministers, door
dien vorst nogmaals kragt: persuadeerende beweegredenen zal aanspooren, om het zwer„
aansporen omtrend sijne swer pen en roven der Papoeen, dog eindelijk eens tegen te gaan en
te beletten door kragtiger middelen als tot heden toe is ge„
schiet.
Te dier tijd beslooten wij ook niets onbezogt te laten om
als meede tot het overlee, dien koning te permoveeren, den radja van Killeloehoe
in onze handen overteleveren, hoewel de meeste leden
dezer vergadering van gevoelen waren, dat dien koning
waar omtrend egter zwarig. hier toe niet ligt zou overgaan, uit hoofde dit Radja
aan hem vermaagschapt, en in groote gunst bij hem
pleeg te zijn; gewoon zynde den koning in vorige Jaren
altijd op zijne reisen na herwaarts te verzellen.
Dit besluit is ter uitvoer gebragt, den 12: Junij daar aan
volgende
„ja.