Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8138, pagina 71

59
ende nevens staande onlusten, uit
den weg tragten te ruinen
tespooren, tot het uitvoeren hunne
Patinoe te onder te brengen.
Brief aan de Koninginnen van
Palo geschreven.
d' E: Comp: te leveren, en waar over zelfs de koningen van Goron„
„talo, bij hun brief van den 27: februaryj Jongstleden aan dit mi„
„nisterie hebben gedoleert.
ook zullen wij bij die geleegenheid tragten uit den weg te ruimen
de onlusten die in den vergangen Jaare zijn ontstaan, tusschen
de Attingoolders en Caudipangers, over de goudmijnen te
Abdingiela, waar van bij voorjarige advisen van den
31. ' Julij aan uw Hoog Edelheden onder het chapiter va„
Caudipang en Boelang jtam, is kennisse gegeven.
Ten belange van
Parigie, uw Hoog Edelheden ons bij derselver g'eerde missi„
„ve van ult:o December a„o passato bevoolen hebbende om
de Pargiers en Paloreesen aan dese volkeren, en die van
belofte, om den aankang van daar alo, steeds aan tespooren tot het uitvoeren hunner beloften,
van den aanhang van den overleeden Dain Pattimoe ge„
„zamen der hand te zullen onderbrengen, en alle vreemdelingen
uit hun land te drijven, zoo diene daar omtrent tot g'eerde
narigt, dat wij den resident van Gorontalo reets kennis
hebben gegeven van deze order uwer Hoog Edelheden, en
is aan de koninginne van 't laastgenoemde rijkje Dain Mar„
Cessa, bij brief van den 1: Junij laastleden daar over in het bij„
„zonder geschreven, gelijk wij verder niet nalatig zullen zijn
om uw Hoog Edelheden te bedeelen wat uitwerking onse
pogingen in dese zaak hebben gehad.
van de bogt van
Tominij nevens de rijkjes van
Tombokko
Bengaaij en
Mondono, is ons niets bijzonders te vorengekomen, en
gaan