Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8138, pagina 68

„dang. —
is niet voldaende aan de
belofte van den goeqie goe
Toesoep
der Liebotters.
E
Ongenoegen aande koningen bekent
gemaakt
contanten 33: Pakken lijwaten, en nog eenige andere koopman„
schappen, alle in voldoening van zijnen gedanen Eisch.
Limbotto, quandang, agten wij ons verpligt, uw Hoog Edel„
„heden te moeten bedeelen, dat van daar, over de route van Manado
het aangebragte goud van quan in een rond jaar niet meer is aangebragt; als een bamboes met
180. reaalen stofgoud. -
Dese geringe goud leverancie is gantsch niet voldoende, aan
den grooten op heff, die den goegoegoe dier negorij Mohamet
Isoef, bij dit Ministerie in den Jaare 1764. maakte, wegens
de overvloedige goudleverancie, die de Limbotters, met hunne
verhuising naar quandang voortaan /:na zijn voorgeven / ston„
aanmerking over de seet„ den te doen, en het zoude, onzes eragtens, vrij beter zyn geweest,
dat die volkeren op hunne oude standplaats te Limbotto waren
gebleven, want behalven dat de verhuising van die natie ons
successivelijk in veele moeilijkheden wikkelt, zoo baart die
verplaatzing ook suspicie, dat de Limbotters daar mede moeten
hebben bedoelt, om door de situatie van quandang met an„
„dere natien buiten de Compagnie, te smonkelen, en hun voor„
„deel te zoeken.
wij hebben den resident De wolff bij brief van den 25. Junij
„gelast om de koningen en rijksgrooten over dese geringe goud
leverancie, ons ongenoegen bekent te maken, dien wij ook gere„
„commandeert hebben om steeds oplettende te zijn, op de bedrijven
en voornemens van deze Limbotters, zonder hen egter te laten
merken, dat wij eenig wantrouwen op hen stellen.
Over het dispus, tusschen dese volkeren met die van Candipang,
en
van
edin
hand
zij
de
be