Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 7963, pagina 13

van Macasser den 21: April. Anno 1684:—
was, daer toe de naaste soude wesen, dogh dat VEd=ls ons
hadden aengesz:, wij met zijn hoogh:t souden overwegen, wie
daer toe de naaste js, en dat die te praetenderen hadde hunne
praeventien couden opgeven, op dat wij die gesien hebbende, alles
met zijn hoogh=t jnde billijckheijt conden overleggen, daer sijn
hoogh:t op stilswijgende, soo seijde den praesident vorder, zoo
zijn hoogh:t begeerde Radja tamparangh zijne praetentie op t'
papier brachte, zijn E. Radja Tamparangh soude laten roepen,
daer zijn hoogh:t op antwoorde het beter waere soo langh daer
mede gewaght wierdt tot dat sotanre persoonlijck hier was,
wiers komst zijn hoogheijt aennam zijn E. te sullen laten
weten, vorder met zijn hoogh:t spreekende vande questien tus=
schen die vant' Crampon baro, te dier tijd nogh aen zijn hoogh=t
niet verknoght, als daer nae is geschiet, en hier vooren alrede
geseghd, segde den praesident te oordeelen, dat de verschillen
met Radja Goa daer uijt waren ontstaan, om dat radja
goa t zedert tot Coningh in zijn broeder Crain bissijs plaats
gestelt wesende, niet op 90a maer eerst op Tello en van
daer naa oedjangh Tana zijn wijck en woonplaats genomen
hadde, en dat onses oordeels, schoon die versamelingh nu soo seer
niett verhaest wierd, daer uijt het rijck van Bonij geen de
minste naadeel te verwagten stondt, alsoo de Macassaren zoo
lange zoodanigh verdeelt waren, van weijnigh vermogen zijn,
maer dat wij egter soo zij conden vereenigen het wel mogten
lijden en wenschten zij gesamentlij:k al op goawaren, daer
zijn hoogh:t als vooren op stil sweegh, waer mede Radja boiij
zijn afscheijt nemende met zijn geselschap wegh gingh. —
den 2: decemb: jongst quam Radja Tamparangh seer ontstelt
zijnde met schreijende oogen binnen, clagende hoe hij eenen
Toealle, zoon van Radja bonijs overledens onder broeder
aron