Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 4271, pagina 323

duydelijk voorgeleesen synde, verklaarde
daarbij te persisteeren, niet begeerende
dat er iets meer bygevoegt ofte van gedaan
werden sal; als alleenlijk, dat de hottentotd
dikkop en frederik van niets weeten en
slegts vervolgens daarbij gekoomen sijn, en
betuijgde in praesentie van kleyn booij, oude
en kleijne Jantje Links, kleijne Dirk,
Spanjer, Springveld, Jantje Reebok en den
basterd Thijs alle 't voorenstaande de waar„
heyd te syn. /onderstond/
Aldus gerecolleerd Jn't Casteel, de goede hoop den
5 Aug:s 1672 /was geteekent/ X / en daarom geschreeven/
dit is 't handmerk van Cupido /lager/ mij present is ge„
teekent / E L Neethling secret=s /in margine Als Gecommitt:
en geteekent / L: C: Warneck, en J=b M=s Cruijwagen. —
N„o 9:— Compareerde voor ons onderget=e Gecommitt:s
Uijt den E Agtb: Raad van Justitie deeses
Gouvernements, den hotten tot Spanjer oud
naar gissing 30: Jaaren, denwelken ter requi„
sitie van den Landdrost tot stellenbosch en
Drakensteijn s=r Lucas Sigismundus Faber
Confesseerde hoe waar is. —
Dat wanneer den Confess=t, die op een der in het
Roggeveld leggende en de weede Adriaan
Louuw toebehoorende Veeplaatsen gewoond,
en aldaar de beesten opgepast heeft, hem twee
dagen voor dat den burger Tuijtman desselfs
huijsvrouw en dogter vermoord geworden
waaren, bij den meede bij voorn. weede. Adriaan
Louw op een haarer plaatsen verhuurt ge„
weest synde kottentot kleijn booij bevonden
had, den hotten tot Soontje insgelijx aldaar gekoo„
men was, en aan der Confess:t zoo wel als aan
gem: kleijne booij had verhaald, dat door den
basterd hotten tot This een brief van uijt het
bokke veld naar het roggeveld gebragt geworden
was, waarby gemeld wierd, dat alle makke
roggevelds hottentotten zouden werden dood
geschooten, sulx sijl: uijt vreese van dod geschoten
te sullen worden, onderling overeen gekoomen
waaren wandaar wegteloopen en hun naar
't gebergte in de klipkransen te begeeven, in
voegen voorm: toontje en kleijn booij hun„
van daar weg begeeven hadden, dog dat
door den Confess=e bevoorens de beesten, ver
mijts zonder wagter souden hebben moeten
blijven naar huijs gebragt geworden waren,
hebbende voorn hotten tot Hoontje teffens
aan henl: nog gesegt dat vermits de
oude Tuijtman hem eens had geslagen,
over dat sijn beester in de thuijn van gem
thuijtman geweest waaren, sijl: dien ouden
man, desselfs vrouw en dogter zouden gaan
doodmaaken, van welk voorneemen den
Confess oversulx geweeten, en meede toe
Dat wanneer den Confess: twee dagen
na de dood van gem tuijlman, met zyne
vrouw Lijs en vier kinderen, mitsg=s de vrouw
van voorsz: kleijn booij op het gebergte
gekoomen en door hem op dat gebergte
in de aldaar synde spelonk meerdere hotten„
totten gevonden waaren, den Confesse vervol„
gens naar omtrent 6. dagen in de spelonk
geweest te sijn, met de meede kostentotten
Fix, Dirk, Claas Jantje, Piet en kleijn
Jantje afspraak genoomen hadden, omme
uijt den schaapen troep van voorm weed
Adriaan Louw schaapen te steelen, sulx
den Confess=t en gem ses hottentots naar dat
gestemt had. —
baster
bevoorens