Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 4271, pagina 26

39
Seect=
een Chirurgijn had doen visiteeren,
en van gem: Chirurgijn ten rapport
bekoomen, dat voorm Canna was
bevonden, met verscheyde versche Lid
teekenen van Sjambok slagen, en
den heer en officio Eijss=r dient van Den Coopman en prove„
verdere mishandeling beset te sijn
een schriftelijker Cimineelen.
fiscaal de heer o
gemerkt voorsz Isaacz die meijd
Eysch gesterkt met soodanige
Marthini Bergh
aan een touw opgehaald, en dus
stucken en munimenten, als tot
syn E vermeeten specteerende sijn, ex officie Eyssr
hangende getravailleerd had; wes„
Contra.
gequoteert van L„a A: v:t BB:
halven sijn E versogt, dat vermits
en Concludeert pro cet in fine
De Landbs
Jacobus de
van dien Eysch. —
voorsz: Albert Isaacz omtrent het
Buis en Jacobus Fredk
de ged:e het een en ander hebbende
behandelen sijner slaven reets be„
hooren leesen, voor antwoord seggen,
van Staden ged=t in Cas
kend, en dus by aldien gerepte san¬
geen quaad gedaan te hebben,
van verregaande moed
na langer onder hem gelaaten wierden en dus aan de herq: te last ge„
te dugten was, dat grooter ongeluk regt werdende feijlen onschuldig wil, hoon en inpirie,
te sijn, versoekende egter Copeij
van den Eysch en stucken, mitsg=s mitsg=s feijtelijke aan„
ken daaruijt voortvloeijen mogten,
voorsz: Sanna oversulx ten voordeele termeijn van drie maanden om vandinge door beijde de
ged=e en het aanleggen
me te dienen van antwoord, te
van haaren gem Lijfheer geregtelyk
wijl den 1: ged= Jacobus de Buip
en lossen van desselfs
voorts nog quam versoeken,
mogte werden verkogt, onder Condi=
met een kogel gelaaten
dat uijt sijn arrest mogte
tie van nimmer weeder onder syne
geweest synde geweer„
9
werden ontslagen.
magt nog iemand der sijnen ofte
den heer ef officio Eysc= ten be door den 1 ged in 't bij
desselfs nabestaande sal mogen
lange van het door den 1ged e
gedaan versoek repliceerende, ad zonder alles gedaan
koomen; welk versoek in delibe„
aan syn Eijsch en Conclusie, met en te werk gelegt, aan
vanceert dat hij sig daaromtrent
ratie genoomen sinde, goed gevonden
daarneevens overgelegde doCu„ en op den persoon van
en verstaan is, het selve aan sijn
menten was houdende, en dat den S„r Joachim fred=k Mentz
't ged: mitsdien te meer daar nog geene onder Coopman en Land
E. te accordeeren.
blijken van sijne gepraetexteerde
Arost van Swellendam,
onschuld quaamen te exteeren, en
Jn 't Casteel de goede hoop datum ut supra„
de door hem gepleegde en orme
onder welk district
/lager/ mij praesent /is geteekent/ C. L Nlethling
beiten egter by het appliceeren
der straffe desselfs praesentie de ged=e sorteeren.
verEijchten; desselfs gedaan ver„
Donderdag den 12 Novbr: 1772
soek oversulx voor als nog behoorde
te werden geweijgert, dog syn E de decisie daarvan aan 's raads
'S voormiddags praesent den heer
Majoor Hendrik van Prehn en alle
de Leeden, assumpto den burgerraad
d' E Hendrik Oostwald Muller.
—
s voor
oordeel