Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 4271, pagina 17

21
Secret=s
Middelerwijl dat ten reguarde van een gepleegde
misdaad en de straffe welke eevenreedig aan deselve geree„
kent werd, der Vertoonder sal allegueeren, dat ingevalle
een apprehensie forporeel sal werden toegestaan, nood
wendig verondersteld moet worden, dat de straffe Corporeel
sal dienen te sin, soo dat het aanweesen van een persoon
hoodwendig is, om de sententie niet elusoir te doen werden,
en ofschoun het algemeene gevoelen is, dat wanneer de mis„
raad is van die natuur, dat de straffe ten hoogsten tot
bannissement kan werden genoomen, geen apprehen
sje Corporeel mag werden toegestaan. soo vermeend den
Vertoonder egter (:onder wijser oordeel:/ dat de Constitutie
deeses Lands, eene op reedenen gegronde uijtsondering van
het hiervooren g'allegueerde uijtleeverd, en den regter dus
alhier vrij een Civiel arrest kan en mag toeslaan, ofschon
alvoorens bewust sij, dat een simpel bannissement
ter straffe voldoenend soude sijn, want dog daar de basis
van een toegestaane apprehensie is, de vrees, dat iemand
te ontgaan, en vrugteloos maaken, soo moet ingeval
van verbanning noodwendig alhier ijmand werden geap¬
prehendeert om de sententie ter executie te leggen. —
dewijl nu sulx niet kan geschieden als door het versen
den van den gecondemneerden uijt deesen Lande, met een
van 's Comp:s scheepen, soo vermeend den Vertoonder op fun„
nament van 't vooren geallegueerde, en vermits reets nog
twee, vagabonderende gecondemneerde Jngeseetenen, sig de
uijtvoering van 't regter gewipdens hebben ontdrokken, ter
voorkooming van dien, dat met goed regt, tot bovenstaan„
de versoek te mogen en moeten Concludeeren /onderstond/
'Twelk doende AC: / was geteekent/ O: M: Bergh in mar„
gines Overgegeeven in Raade van Justitie des Casteels
de goede hoop den 30: Junij 1772.
Twelk beneevens de bijlagen geleesen, ten ged=e het een en ander hebbende
door sig te absenteeren des regters vonnis sal koomen In 't Casteel de goede hoop die et anno utsusma
(lage/ mij praesent /is geteekent/ C: L: Neethling
Donderdag den 2:' Julij 1772
's voornoems praesent alle de Leeden,
demptis de heeren Dirk Westerhoff
en Otto Leeder Hemmij soo bij oc
cupatie als ondispositie
den heer erofficie Eijxs:r exhibert Den Coopman en provt fiscaal
een schriftelijken Eijsch gestekt heer Oloff Matthini
lige gegeevene Confessie van den ged Bergh ratione officii Eijss=r
Contra.
Der mattroos Nicolaas
hooren leeden, voor antwoord segt: Pietersz van Amsterdam
deert als in 't uijt eynde van dien.
gequoteert van L: A tot en Conclu„
en deselver inhoud ernstelijk overwogen overstallig drorken geweest te syn als Jmpotent ten hospitaale
met bijlagen, mitsg=s de vrijwil„
sijnde, is unanimiter goed gevonden
het door den heer Officier versogte
in soo verre te accordeeren, dat de
voorsz: beijde Landt Jacobus Buis
en Iacobus Frederik van Haden,
ten fine de henl: ten lasten leggen
de feijten, soo veel te facielder te
kunnen ondersoeken, ten deesen
Casteele in Civiel arrest sullen
moeten blijven, tot dat die saake
getermineert sijn, dan wel dien„
aangaande anders gedisponeert
werden sal. /onderstond/
synde
alhier
20
O