Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 4190, pagina 27

41
1136
E
Den Raad naar overweeging van saaken regt
doende uijt Naame ende van weegens de
hoogmoogende heeren staaten gene
„raal der vereenigde Neederlanden
mitsgd=rs van sijne Doorlugtigste
Hoogheijd den heere Prince van
Oranje en Nasseurs, als Erfstadt
houder, Capitain en Admiraal ge
neraal van de Republicq Condem„
„neert den gedaagden Andries selsen in
een boete van Een duijsent guldens pro cisco
met de kosten, sullende hij ged=e in Cas van
onvermoogen om voorm: boete te betaalen
soo lange aan de gemeene werken hebben te
arbeijden tot dat door den arbeijd de voornd:
ƒ1000: sullen verdienten verreekent sijn.
Voorm: heer fiscaal Exofficio
En H=n
stucken ter materie dienende
Contra
Jan Barendse van Dortmond
6
den ged=e voor antwoord percisteerd als metselaar bij den burger
bij sijne gegeevene Confeffie en
Lambert Meijburg geligt,
versoekt om vergiffenisse

thans 's heeren gevangen en
den heer Eijss=r persisteerd bij Eijsch gedaagden in Cas van diefte
en Conclusie voor replicq. —
den ged:e bij sijn gedaan versoek
van gratie voor duplicq.
Parthijen Renuntieeren van verdere Productien
den heer Eijss=r onder productie van
des gedaagdens Concessie en andere
geschschen Concludeert als bij
Den Raad in overweeging genoomen hebbende
alles wat ter materie dienende was en haar
EE agtb: eenigsints konde doen maveeren,
Regt doende uijt Naame ende van
Donderdag Den 12:' October 175
's voormiddaags praesent den E Agtb
Heer Serquus Swellengrebel Prae„
sident en alle de Leeden behalven den
Heer Nicolaas Heijning d EE: Willem van
kerckhoff en David D'aillij de twee Eerste
bij Indispositie en den laatsten bij occupatie
den heer Isack Meijnertzhagen
heeft in deese saak niet geadviseert.
weegens de hoogmoogende heeren Htaa
ten generaal der verEenigde Needer„
landen, mitsgad=s van sijne Doorlug
tigste hoogheijd den heere Prince
van Oranje en Nassoure als ervPadt
houder, Capitain en admiraal gene
raal van de Republicq, Condemneert
den gedaagden Ian Barendsz:, om aan een
paal gebonden sijnde, door den scherpregter
met roeden, op de bloote rugge strengelijk
gegeesselt te werden, voorts in de ketting ge
„klonken weesende, daar in den tijd van drie
agter een volgende Iaaren aan 's E Comp:s ge
meene werken op 't robben Eijland, sonder
Loon te arbeijden, met Condemnatie in de
kosten en misen van Iustitie, en ontsegging
van den verderen Eijsch van den heer officier
/:onderstond./ In't Casteel de
Goede

datum als booven /:Lager:/ mij praesent /:was geteekent:/
J„n F:k Tiemmendorf secret=s
weegens.
Den