Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
22
van een beeter succes voor
het toekomende.
Verselt, op een Considerabele wijse van die kant
word te rugge gedreeven, zoodanig dat het nieuwe
Plantsoen 't geen tegens het Z. o=ten gelegt
was, in het hartje van den Regen tijd selfs,
daar door op de meeste plaatsen ter diste van een
voet en meer met zand is overdekt geraakt
waar uijt zij besluijten Ligtelijk te kunnen
worden afgenomen, dat alles heeft moeten
versticken en sterven, gelijk door haar
wijders dan ook genoteert word, dat de queek
en alles wat men verders heeft geprobeert
in de duijnen te planten, sonder hetselve met
zooden te beleggen, aanstonds weg gewaaijt,
door het zand overdekt of te niet gegaan is,
zoo dat in de maand septb=r Jongstleeden
wanneer dat werk, bij gebrek van Reegen
voor dit Jaar heeft moeten worden gestaakt,
niet anders dan de gelegde zooden, gelijk —
gesegt is op de meeste plaatsen meer dan
een voet die onder het zand bedolven,
zijn overgebleeven geweest, waarna de Z. d=te
winden begonnen hebbende door te wajen
het zand wederom daar van af hebben
gedreven, ter welker tijd de olij Boomtjes—
nadat het toen nog wat geregent had,
sig ook eerst beginnende te vertoonen, weder
verdord en gestorven zijn, en dat of schoon
gemelte zooden tegenwoordig nog blood
leggen zij evenwel behalven hier en daar
een weijnigje overgeblevene groente van de
queek dermaten door het zand of droogte
zijn bedorven en verdord, dat men moest
vreesen, dat al de groeijsame deelen daar
Nevens de geringe apparente uijt verteerd weesende, deselve geen genoeg¬
„same kragten sullen hebben overgehouden
om in den aanstaanden Reegen Hijd weeder
uijt te schieten, of de in het Leven gebleven
zijnde queek voor het weg wajen te kunnen
beschutten, en dat oversulx al het werk
dat tot nog toe met het beplanten der
duijnen is gedaan te vergeefs en vrugte
„loos zoude weesen, waar van wij nogtans
het tegendeel willen verhoopen, en
zullen daarom niet afsijn dat werk in den
aanstaanden Regen tijd, niet tegenstaande
deese geringe verwagting van een goed succes„
gedreven
wederom
van een beeter succes voor
het toekomende.
Verselt, op een Considerabele wijse van die kant
word te rugge gedreeven, zoodanig dat het nieuwe
Plantsoen 't geen tegens het Z. o=ten gelegt
was, in het hartje van den Regen tijd selfs,
daar door op de meeste plaatsen ter diste van een
voet en meer met zand is overdekt geraakt
waar uijt zij besluijten Ligtelijk te kunnen
worden afgenomen, dat alles heeft moeten
versticken en sterven, gelijk door haar
wijders dan ook genoteert word, dat de queek
en alles wat men verders heeft geprobeert
in de duijnen te planten, sonder hetselve met
zooden te beleggen, aanstonds weg gewaaijt,
door het zand overdekt of te niet gegaan is,
zoo dat in de maand septb=r Jongstleeden
wanneer dat werk, bij gebrek van Reegen
voor dit Jaar heeft moeten worden gestaakt,
niet anders dan de gelegde zooden, gelijk —
gesegt is op de meeste plaatsen meer dan
een voet die onder het zand bedolven,
zijn overgebleeven geweest, waarna de Z. d=te
winden begonnen hebbende door te wajen
het zand wederom daar van af hebben
gedreven, ter welker tijd de olij Boomtjes—
nadat het toen nog wat geregent had,
sig ook eerst beginnende te vertoonen, weder
verdord en gestorven zijn, en dat of schoon
gemelte zooden tegenwoordig nog blood
leggen zij evenwel behalven hier en daar
een weijnigje overgeblevene groente van de
queek dermaten door het zand of droogte
zijn bedorven en verdord, dat men moest
vreesen, dat al de groeijsame deelen daar
Nevens de geringe apparente uijt verteerd weesende, deselve geen genoeg¬
„same kragten sullen hebben overgehouden
om in den aanstaanden Reegen Hijd weeder
uijt te schieten, of de in het Leven gebleven
zijnde queek voor het weg wajen te kunnen
beschutten, en dat oversulx al het werk
dat tot nog toe met het beplanten der
duijnen is gedaan te vergeefs en vrugte
„loos zoude weesen, waar van wij nogtans
het tegendeel willen verhoopen, en
zullen daarom niet afsijn dat werk in den
aanstaanden Regen tijd, niet tegenstaande
deese geringe verwagting van een goed succes„
gedreven
wederom
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 4114, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Kaap de Goede Hoop aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Kaap de Goede Hoop en Mauritius aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam. Gedeeltelijk met inhoudsopgaven, 1730 - 1731 [1731]. Eerste deel
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.