Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
21
der zand„duijnen in den
is voortgeset. —
slegten uijtslag van dat
dat in het Laast voorledene Jaar voor den
omslag ter deeser Plaatse, het hospitaal en de
passeerende scheepen noodwendig heeft moeten
gebruijkt worden. —
sullende het uwe wel Edele hoog Agtb: uijt de in
Copia hier nevens gaande Rapporten van den
hoedanig het beplanten Baas van 's Comp„s thuijn Andries Trietter
gepasseerden regentijd wederom onder den 20. Septb=r Pass=o en dus na het eijndigen
van den Reegen tijd mitsg=rs de daartoe gesteld
geweest zijnde gecommitteerdens Rhenius
en Tulbagh onder den 21. decemb=r daar aan
volgende nadat het drooge zaaijsoen al ver was
ingeschooten verleend, ingelijx bij geliefte
kunnen blijken, dat het beplanten der Land„
duijnen in de maanden maij, Iunij, Iulij—
Aug=s en een gedeelte van Septbr. des voorleden Jaars,
soo lang als het vallen van den Reegen
sulx heeft willen toelaten, onder het geduurig
opsigt van een van 's Comp„s onder baasen
uijt den thuijn alhier meest altijd door
den arbeijd van vijf en seventig slaven
en eenige Banditen met den vereijschten
Iver is voortgeset en een braaf stuk van
gemelte duijnen met zoode aan zoode belegt
geworden, tusschen dewelke men verscheijde in
het zand wasschende kruijden heeft doen
Planten, als namentlijk de oost Indische greuk
een onkruijd dat anders over al tot verwondering
voorthoopt, en niet dan met de grootste
moeijte kan uijtgeroeijt worden, het keur
en olij zaat, mitsg=rs een Partij Akers,
stek van witte maerbesie Bomen en meer
andere, dog dat van dit alles niets is voor
den dag gekomen, als alleen wat van de queek„
en een weijnig van het keur, nevens eenige
plantjes van het olij zaat, welke Boomtjes
van beijde soorten, waar van de Laastgenoemde
seer Laat na het vallen vanden na reegen
eerst te voorschijn gekomen zijn, egter
wederom ten eersten zijn verstikt en door
het zand overdekt, of naderhand door de
schrale Z. o=te winden vernietigt soo wel
als eenige Akers die doenmaals meede waaren
uijtgeloopen; hebbende de ondervinding
nu ook klaarelijk doen zien, dat het zand
met de felle N. W=te winden schoon deselve
doorgaans met seer sterke Reegens zijn
geworden
Verselt
-
werk.
der zand„duijnen in den
is voortgeset. —
slegten uijtslag van dat
dat in het Laast voorledene Jaar voor den
omslag ter deeser Plaatse, het hospitaal en de
passeerende scheepen noodwendig heeft moeten
gebruijkt worden. —
sullende het uwe wel Edele hoog Agtb: uijt de in
Copia hier nevens gaande Rapporten van den
hoedanig het beplanten Baas van 's Comp„s thuijn Andries Trietter
gepasseerden regentijd wederom onder den 20. Septb=r Pass=o en dus na het eijndigen
van den Reegen tijd mitsg=rs de daartoe gesteld
geweest zijnde gecommitteerdens Rhenius
en Tulbagh onder den 21. decemb=r daar aan
volgende nadat het drooge zaaijsoen al ver was
ingeschooten verleend, ingelijx bij geliefte
kunnen blijken, dat het beplanten der Land„
duijnen in de maanden maij, Iunij, Iulij—
Aug=s en een gedeelte van Septbr. des voorleden Jaars,
soo lang als het vallen van den Reegen
sulx heeft willen toelaten, onder het geduurig
opsigt van een van 's Comp„s onder baasen
uijt den thuijn alhier meest altijd door
den arbeijd van vijf en seventig slaven
en eenige Banditen met den vereijschten
Iver is voortgeset en een braaf stuk van
gemelte duijnen met zoode aan zoode belegt
geworden, tusschen dewelke men verscheijde in
het zand wasschende kruijden heeft doen
Planten, als namentlijk de oost Indische greuk
een onkruijd dat anders over al tot verwondering
voorthoopt, en niet dan met de grootste
moeijte kan uijtgeroeijt worden, het keur
en olij zaat, mitsg=rs een Partij Akers,
stek van witte maerbesie Bomen en meer
andere, dog dat van dit alles niets is voor
den dag gekomen, als alleen wat van de queek„
en een weijnig van het keur, nevens eenige
plantjes van het olij zaat, welke Boomtjes
van beijde soorten, waar van de Laastgenoemde
seer Laat na het vallen vanden na reegen
eerst te voorschijn gekomen zijn, egter
wederom ten eersten zijn verstikt en door
het zand overdekt, of naderhand door de
schrale Z. o=te winden vernietigt soo wel
als eenige Akers die doenmaals meede waaren
uijtgeloopen; hebbende de ondervinding
nu ook klaarelijk doen zien, dat het zand
met de felle N. W=te winden schoon deselve
doorgaans met seer sterke Reegens zijn
geworden
Verselt
-
werk.
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 4114, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Kaap de Goede Hoop aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Kaap de Goede Hoop en Mauritius aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam. Gedeeltelijk met inhoudsopgaven, 1730 - 1731 [1731]. Eerste deel
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.