Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 4006, pagina 28

deselve met de boodem om hoog gekeert ende well scherpelijk
besigtigt, d' riemen, die zijlieden eerst opgerecht, ende alsdoen —
daar bij weder ter neder gelegt hadden, alsoo weder van daar
gescheijden zijn.
Den anderen daegs zijnde den 30=e omtrent de middag saegen.
van die aen land waeren maar 11 @ 12. persoonen te vooren.—
17 iit getall sterckwesende, langs d' strandt gaen, d' welcke
een schoot met een musquet ofte snaphaen deden, ende daar op
haeren cours langs de strandt, als gesegt, voortsetten ende, soo
sij aan boort vastelijck presumeerden, haer weg nae de caap
toenaemen; Waar op zijlieden vande Hoecker wederom
een canonsehoot ende een zeijn gedaan hebbende, is des niet
jegenstaande, 't Volcq evenwell als vooren verhaeldt, haeren. —
cours gevolgt tot dat eijndelijck uijt hun gesigt geraeckt zijn,
waer na Zijlieden aldaar noch tot den 1:en 7tbris met d' Hoecke
gecontinueert, ende niemand meer vernomen hebbende, daar
over met den Laat geresolveert hadden, hun ancker te. —
lichten ende het wederom advoicture na de Caap toe te
setten, op die bedenckelickheden, dat d'aen landt geblevene. —
bij't verongelucken van de sruijt, des te doen, insgelijcx te. —
raade geworden Waeren, Jngevolge zijlieden dien dag 't ancker
geligt, van daar 't zeijl gegaen ende ons alsoo vervolgens met
dit droevig relaes wederom bij gecomen zijn. —
Waar over gemelde Opperhooffden van see onbedachte. —
resolutie wel scherpelijck gereprementeert ende hun
wijders te gemoet gevoert hebben, dat het niet
verantwoordtlyck was, „ soo, ligtvaerdig en op soo een gering
presuppeost van daar gescheijden, ende dat zij ten minsten
noch den tijt van 8 daegen aldaar well hadden behooren
afftewachten, soo hebben deselve hun daar tegen met het
voorstaande, als oock 't groote gebreck van branthout ende —
vordere consideratien, in hun genomen resolutien vermelt,
en hier bij tot UEd=le speculatie in copia onder N=o 17. —
overgaende, getracht 't Excuseeren, Hoedanige verdere ed
enqueste evenwell nog daar over staet te geschieden ende op.
„ werden
wat wijse die zaecke mochten „ verhandelt, ste vadir zullen —
u Ed=le hier naer bedeelt werden.
Wij souden geensints hebben getwijffelt, bij aldien het Godt—
almachtig hadde gelieft dese begonnen tocht met een goede. —
uijtcomst te zegenen, off daar zoude nog wel ijet wes profytie,
bels ten dienste van d' E. Comp=e ende verborgens voor ons. —
aen 't ligt gebracht zijn, gemerckt soo als d' apparentien daar
toe wel scheenen te leggen, en soo verre wij des Hebben
cunnen berigt werden, was die natie, waar bij om t'voorver
haelde desaster heeft getroffen, tot d'handeling, en soomen —
zegt, van Oliphants tanden, daar in abondantie zijnde, zeer
genegen, oock van een goet naturel e&ne civilen ommeganck.
dog in gedaante d' Hoftentoos niet geheel ongelyck, als
insonderheijt aen 't hair, waerin geene van dese in lengte
zijn verschillende, ende alhoewel d'aanmerckingen end
rescontres bij d'voorn: opperhooffden geduijrende dese reijse
gehouden en gehadt, voor als nog van wijnig belang
estimeren te wesen, soo hebben egter met ondienstigh
gedacht, deselve copijelijck onder andere geschriften. —
verant
„ dat
10