Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
„
moeten worden besollicteerd.
Wanneer wij hier bij in aanmerking neemen
de meestragtigheijd, die sig de japanders gestadig
arrogeeren /: imneers indien wij aan de Berigte
der Bediendens moogen geloof slaan: omtend
de Peijsen van zoo veele articulen, welk elder
met ongelijk meeer voordeel worden van
de kand geset, dan moeten wij met
UE begrijpen dat daar omtrend bij deese
Natie een volsteekt ongeneegentheijd en dwang
plaats heeft en insonderheijd een inhaa=
ligheijd, om het voordeel van den Haindel
alleen te genieten — Eene handelwijze
waarlijk zoo strijdig met die, welke naen
soude moeten verwagten van eene Nata„
van welkers beschaafheijd en onvoorbeeldige
zugt tot kunsten e weetenschappen, een
zoo groote op heb word gemaakt, bij
het marginaal antwoord van de Bedien=
dens Op onse missive van den 18„e
November 1784, en van welkers teevens
word gezegd dat ze den koopman, als alleen
op voordeel doelende met veragting bestchouwd,
dat wij in twijfel worden gebragt in hoe
verre de Berigten van de Bediendens op
dit stuk te darzar betrouwen sijn.
sihden wij nu al voor welgedaan houden dat
Jimmers hebben wij van tijd tot tijd gezien„
dat de verbooning, als of men de goederen
waar op ze Captie maakten en welke
zij tot minder prijsen wilden bedingen,
weeder wilden inpakken hen tot andere
Gedagten heeft gebragt, waar omten
wy ook bij missive van den 20„' december
1787: hebben begreepen dat Cordaat besluijte
UE de Bediendens hebben gelast, de Japanders
ten einstigst te onderhouden; over derselver
onbillijkheijd, moeten wij nogthans in trijfel
trekken, of er wel veel vrugt sal te wagten
sijn van diergelijke vertoogen daar wij ge
staadig moeten hooren, dat de voorige geen
ander- effect hebben gehad, dan dat de Japan=
ders op hun stuk sijn blijven staan, en
dat van de komt van de Maatschappij
altoos inschikkelijkheijd word betoond, 't welk
hen hoe langer hoe meer moet versterken
in het gevoelen dat men dien handel
niet kan niissen en dat zij derhalven
Gerustelijk kunnen voortvaaren; daar men
nogtans wel als zeeker mag stellen, dat
de Handel met de Compt voor hun
oneijndige voor deeliger moet weeten, waar
van door gepaste fermiteijt wel Parthij
soude kunnen worden getrokken
U6
met
fo 167
F. 1. 68
moeten worden besollicteerd.
Wanneer wij hier bij in aanmerking neemen
de meestragtigheijd, die sig de japanders gestadig
arrogeeren /: imneers indien wij aan de Berigte
der Bediendens moogen geloof slaan: omtend
de Peijsen van zoo veele articulen, welk elder
met ongelijk meeer voordeel worden van
de kand geset, dan moeten wij met
UE begrijpen dat daar omtrend bij deese
Natie een volsteekt ongeneegentheijd en dwang
plaats heeft en insonderheijd een inhaa=
ligheijd, om het voordeel van den Haindel
alleen te genieten — Eene handelwijze
waarlijk zoo strijdig met die, welke naen
soude moeten verwagten van eene Nata„
van welkers beschaafheijd en onvoorbeeldige
zugt tot kunsten e weetenschappen, een
zoo groote op heb word gemaakt, bij
het marginaal antwoord van de Bedien=
dens Op onse missive van den 18„e
November 1784, en van welkers teevens
word gezegd dat ze den koopman, als alleen
op voordeel doelende met veragting bestchouwd,
dat wij in twijfel worden gebragt in hoe
verre de Berigten van de Bediendens op
dit stuk te darzar betrouwen sijn.
sihden wij nu al voor welgedaan houden dat
Jimmers hebben wij van tijd tot tijd gezien„
dat de verbooning, als of men de goederen
waar op ze Captie maakten en welke
zij tot minder prijsen wilden bedingen,
weeder wilden inpakken hen tot andere
Gedagten heeft gebragt, waar omten
wy ook bij missive van den 20„' december
1787: hebben begreepen dat Cordaat besluijte
UE de Bediendens hebben gelast, de Japanders
ten einstigst te onderhouden; over derselver
onbillijkheijd, moeten wij nogthans in trijfel
trekken, of er wel veel vrugt sal te wagten
sijn van diergelijke vertoogen daar wij ge
staadig moeten hooren, dat de voorige geen
ander- effect hebben gehad, dan dat de Japan=
ders op hun stuk sijn blijven staan, en
dat van de komt van de Maatschappij
altoos inschikkelijkheijd word betoond, 't welk
hen hoe langer hoe meer moet versterken
in het gevoelen dat men dien handel
niet kan niissen en dat zij derhalven
Gerustelijk kunnen voortvaaren; daar men
nogtans wel als zeeker mag stellen, dat
de Handel met de Compt voor hun
oneijndige voor deeliger moet weeten, waar
van door gepaste fermiteijt wel Parthij
soude kunnen worden getrokken
U6
met
fo 167
F. 1. 68
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 3907, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1791. Drieënveertigste boek: Batavia's ingekomen brievenboek, deel VII: Japan, Malakka
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.