Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 3704, pagina 21

sekreet.
Batavia
neevens de voorjaarsche Advijsen reedes is toegezonden, onder ver„
dere aanhaaling, dat het in de teegenswoordige situatie, teegens een
Europische vijand, niet te defendeeren is, en dat het derhalven de
aangeleegenheid vorderde, om dat gebrek zo spoedig mogelijk
te suppleeren, dat den eersten teekenaar ten dien eijnde door
den Capitain Militair en opziender der werken van Gueric„
ke, bij een Berigt hadde doen opgeeven, wat Materialen
tot de voltooijing van dat werk zoude benodigd zijn, met een
Calculatief bedragen van het kostende, en dat daaruijt is ko„
men te blijken, dat die kosten monteeren zouden een somma
van ƒ 29312: 9:8:
dat hier op in onze voorsz: bij een komst rijpelijk gedelibereerd en
aangemerkt zijnde: dat die kosten in den teegenwoordigen tijd,
dat de Fortificatie werken hadden behooren wel en defensief
aangelegd en volbooijd te zijn, uw Hoog Edelheeden gants vreemd
en excessief zoude voorkomen
Dat men het gants ongeraaden vond, deeze zaak langer voor het
oog van Uw Hoog Edelheeden te verbergen, daar het immers
eene van zelfs spreekende zaak is, dat de wallen bevloerd, of wel
van beddings hadden behooren voorzien te zijn, wijl het Canon
zo als het tans legd, op eene versse opgehoogde grond, voornament„
lijk zwaare stukken, zo als voor wijnige Iaaren van Batavia
g'eischt en ontvangen zijn, te diep indringen en dus geheel en al
onbruikbaar zijn, terwijl de Affuijten door de gestaadige
natigheid van de grond, aan een spoedig bederf Iujet zijn.
dat het maaken van Houte beddings ten eenemaal onge„
raaden is, zo door de zwaare reegens, als de meenigvuldige
witte mieren, waar door het Casteel als, ondermeijnd is, ongeree„
kend nog de moeijelijkheid, om aan de daar toe vereijscht wor„
dende Houtwerken te komen.
dat men het gevaar, waaraan men door eene onverhoop„
te attacque g'exponeerd is, gaarne zag uijt den weg geruimd,
dog dat men tot de uijtvoering van dat werk niet konde,
overgaan, zonder vooraf daar toe, de goedkeuring uwer
Hoog Edelheeden te hebben geobtineerd, en het is om alle
die dringende reedenen, dat wij uw Hoog Edelheeden zo
eerbiedig als kragtig solliciteeren, deeze onze Considera„
tien aante merken, als voortvloeijende uijt eene waare
sugt voor 's Meesters belangen, om dit aangeleegen
Conquest, in Cas van vijandelijke aanvallen niet genood„
zaakt te zyn, zonder slag of Stoot, te moeten over„
geeven, maar dat wij in die vijlige geleegenheid gesteld
mogen worden, om het zelve, onder inwagting van
Godes zeegen, als Mannen van eer te konnen defen„
deeren, en ten dien eijnde te willen verleenen gunstige qualificatie,
en hier meede uw Hoog Edelheeden illustere Perzoonen en
's Comp„s importante belangen in de divine protectie aanbeveelende,
hebben wij de eer met de meeste hoog agting te blijven
nattigheid
/onderstond/
30