Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 3402, pagina 11

434
Den 20:' Juni 1774:
Den 20:' Juni 1774:
dat hij Mannigaar onzer pophouder heeft laten anzegen, dat de peper
uit ordre van den Armane gelost was, en dat het vaartuig nu weder
met goederen van den Armane beladen wierd, en hij Posthouder dus
had zorg te dragen, dat aan dit vaartuig geen beletzel geschiede, onder
bedreiging, dat alle toevoer zoude belet, en hij posthouder opgevat
en naar Jirnevelo gebragt worden;
2:e Dat de Landregent van Rammenadewarain heeft bevel gegeven
om vier inlandsche vaartuijgen met nelie, die de Mallabaarsche Mi„
niesters voor het Jafferapatnamsche Ministeriuem gezonden hebben,
niet door het kanael van Pambe te laten passeren zonder alvorens
toe te hebben betaald, uit hoofde zijne vaartuigen van hunne mede„
gebragte lading te kolombo tot hebben moeten betalen, en dat wanneer
hem eene schriftelijke verzekering gegeven wierde, dat zijne vaartuigen
op Ceilon vrij van tol zullen weezen, hij als dan de vrije doorvaart van
kompenies vaartuigen door Pambe zoude permitteeren.
verzoekende gemelde opperhoofd ordre hoedanig zig in, beide gevallen tezullen ge„
deroigen, indien hij in het minnelijke geen redres kerijgen kaan.
Waarover gedelidereerd en in aanmerking is genomen, dat ons bij de oude overeenkom s
verkreegen uitsluitend handel recht in peper, koper, tin, lood en verscheide andere
artikelen onze inwoning op de Madureesche kust altoos hatelijk gemaakt heeft,
om dat het eene belemmering geelft in den handel, die in de overige plaatzen
van den Nabab vrij gedreven word onder betaling van de tollen, en het derhalven
geen wonder is, dat dit zo dikwils sporling ontmoet heeft:
Dat het derhalven bedenkelijk is, of men van deezen uitsluitenden handel
van peper niet zoude kunnen afzien, wanneer de Nabal door dit stuk
konde verpligt worden tot een wederkeerige daad van vriensschap, wij, so
Jaarijksche winst op de peper van geen merkelijk belang is, en de kompenie„
die haere peper goed koper krijgt dan ander handelaars, dezelve, nittigen
staande den inover, aloo tegen den uitkoop prijs van 44. gl: de honderd pom
den zal kunnen verkoppen, waarom ook de Hooge Regeering bij sekrek
brief van den 31:' December 1712: heeft qualfikaatie verleend, van het
stuk van den handel bij een onderhandeling met den Nabab aftezien
wanneer men daar door ilts voordeligs zoude kunnen bedingen;
dog dat de tot vrijheid van onze Nelie op Pambe, schoon het
voorwerp zelve van geen groot belang is, een wentlijk sptuk van onze
voorregten betreft.
Dat wij, wanneer met het ernstig tegen ons meent, tegen 's Nababs
magt in de tegenwoordige omstandigheid niet opgewasschen zijn, dog dat„
zo als het zig voor als nog laat aanzien het wel het gevolg zoude kunnte
nen weezen van de quaadaardige opstokerijen van zekeren ondeugende
Armenischen dienaar van den landregent van Rammenadewarm„
die onlangs den h: van Angelbeek over het niet afgeven van
30000: pagoden, door zijnen Heer ter heen verzogt, zeer gehoort heeft,
„