Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 2968, pagina 8

Van Jamron den 26„e December Anno 1758. —
Van Jamron den 26„e december A„o 1758.—
Batavia
7
Aan zijn Excellentie
den Hoog Edelen Gestrengen. Groot Agtbaren Heere.
Jacob Mossel.
Generaal over de Jnfanterij ten dienste van den staat der
Vereenigde Nederlanden, mitsg.s wegens deselve en de Gene„
„raal g'Octroijeerde Oostinde. Compagnie. Gouverneur Gene¬
„raal.
Benevens.
d' Wel Edele Heeren Raaden van Nederl. d
Jndia
H
Hoog Edele Gestrenge, Groot
Agtbare, Wijdgebiedende Heer
en Wel Edele Heeren. —.
Op den 8e. September 1758. is Ons door de Overheeden van s EComp s
Schip Rhoon gelijk mede op den 30e. dito daaraan door die van
Nieuw Nieuwerkerk over masquetta p.:r Een Jnlandsch trancgijs ter
Eere en Verpligting wel inhandigd Uw Hoog Edele Gestrenge Groot agt„
„baarheedens hoogwaarde Beveele van Dagteekening 25 april en
7:e Julij 1758„ met de daarbij afgelegde Bijlagen volgens dier Re„
„gisters Compleet, en welk wij Ons in onse alhier bijna geijndigde
Verrigtinge tot een vasten Regul & Rigtsmoer gestadig voor Oogen
zullen houden.
Dat de ingezuijlde Juweelen in 't geheel d'appprobatie van Uw hoog

1
t

eede
2
Edelheed„s niet mogen hebben, is Ons tot leet gebleeken, en soude
: „ de datis 6. april 1757. ook
agter volgens 't hoog g'eerde aanschrijven Uwer Hoog Edelheed:s „ niet
„mogten gevallen, soo de sijl gemagtigdens aan de Comp=ne ter hoog Ed iet
voldoen, so niet meer als al te wel geweeten hadde, dat sij lieden
_e
niets voor mij in handen hadden, en mijne omstandigheeden ten
dien opsigte alhier tot mijn sonderling leetwaasen van geen beeter.
aanschouw sijn, smeeke dierhalven, op 't ootmoedigete, dat het uw hoog
Edelh.:s groot gunstiglijk behagen mag om mijnen waaragtige povere
staat, wat te gemoet te koomen, met de voornoemde Juweelen te doen
Verkoopen, en so onverhoopt het aangeschreevene montant niet mogen
komen af te werpen, so zullen wij niet ingebreeke blijven, het daar
op vallende verlies bij arriviment te Batavia aan d' EComp:n te voldoen,
En aangesien Ons niet verheuging bij die g'eerde schrijvens is komen
te blijken, 't genoegen dat Uw hoog Edelheedens hadden gelieven te
neemen in onse rondborstige Verklaaring aangaande den toestand van
't Persiaansche Rijk in 't algemeen, en dat dit Comptoir in 't by sonder
in Onsen Onderdanigen laatsten na waarheid geligitimeerd, en in
alle welke omstanden 't zeedert ook geene eenigsints na beterschap
gelijkende verandering gekomen is, so neeme wij de ootmoedige zijheijd
voor dat generen& vertrouwen onse Verschuldigde Drankbaarheid
En mitsg:s Uw hoog Edelh:ds Ons daarbij hebben gelieven te belasten
om de restant Koopmansz: en andere Goederen, die alhier nog voor„
„handen mogten vijn, met bovengem. Bodems na Kareek te Trans„
„porteeren, so is zulx bij non verscheijning van dien alhier om ree„
„denen ons onbekend niet kunnen geschieden, en waarom wij te
rade vijn geworden, de Kareeksche ministers so spoedig mogelijk
van deese door Uw Hoog Edelheedens genomene hoogwijve Resolt
en dierbare beveelen kennisse te geeven, net aan haar Ed . deselve
woordelijk te doen toe komen, en teffens onse nedrige Consideratien.
/beneevens een Lijst: van 't een en ander hier nog voorhanden eijnde /
die wij vermeende in deese noodig te zijn daar bij gevoegt, rakende
wel principaal 't articul van Uw hoog Edelheedens gedagde Ordre
dat namentlijk het geene haar Ed„e niet mogte aanstaan, of
ginter niet mogte benodigt hebben, alhier ten Gelde souden moeten
werden gemaakt, en nadien wij wel voorsaagen de onmogelijk„
„heid van zulks te konnen exeguteren, en dit allesints verwaarde
eed
en geldeloose tyd gewragt blikens Brief aan haar Ed„s ons heeft
genoodzaakt deese waarschouwing derw:s te doen, te meer dewijl
hier niets is, of het is tot Dagelijx gebruijk noodig en bij gevolg
te betuijgen. —.
aansehouw
ginter
e.
-