archive access 1.04.02, inventory number 2628, page 948
Summary (also from the previous page)
In a letter from Macassar dated June 5, 1744, details about the governance of the Wadjo people were described. Their system had several key features:
Leadership positions were filled through elections within old families, with a rule that after a head regent died, no one from that family could be elected until three leaders from other families had passed away
The head regent, working with three (or at least two) banner chiefs, handled all matters of:
Politics
Church
Justice
War and peace
Diplomatic relations
A public treasury existed in each of the forty main villages where:
All fines and penalties were stored
Interest-free loans were given to unsuccessful traders
Help was provided to those who died with debts or lost property in fires
The text provides an example of their trustworthiness in trade: During a war when three united kingdoms were threatening their fortifications, a Wadjo trader who owed money to shopkeeper Stemer sent two slaves as payment through a spy, demonstrating their commitment to paying debts even during difficult times
The document mentions that a single Wadjo trader once owed more than 20,000 reichsdaler to one person
Use text coordinates
Transcription
Van Macassar onder dato 5:' Junij 1744. —. gesprongen, soo dat men seggen kan, dat dit een geluckig volk is, ten opsigte harer regering; om dit te bevestigen sal ik wegens hare trouw in koephandel /:buijten veel andere in vroeger tijd en onder mijne regeringe voor„ „gevallen, trouwigheeden, aanhalen mij in persoon voorgekomen, het was in't hoets van 't oorlog en de drie vereenigde rijken Lagen hier onder onse bolwerken, niet sonder hoope ons te overwinnen; ik had hier en daar eenige vertrouwde spions uijtgesonden, en onder andere een na Sandrabonij; desen ontmoete een wadjorees, den welke eenige hondert rd:s aan den Toenmaliger winkelier Stemer schuldig was, desen vroeg aan mijn spion of hij wel jetwes in mindering van sijn schuld voor den winkelier wilde mede nemen, en aan mij overgeven, Ja tot antwoord gekreegen hebbende, gaf hem een mooij aankoment slavinnetje en Een slaafje over, met versoek, dat gem: Stemer dese na eijgen goed goedkeuring in prijs wilde aannemen, soo neen, verkopen; en de daar van komende penn:n op sijn schuld wilde afschrijven; waarlijk jetwes groots in sulk een omstandigheijt des tijds; uijt al het welk reeds aangehaalde genoegsaam den aard deses volks kan ontdekt werden, Ja selve is het wel gebeurt dat een eenige wadjorees meer als 20'000. rd.s is schuldig ge„ „weest aan een persoon thans hier op dese plaats nog in weesen, dat het geheele avadjoreese dorp afbrande, en desen
Source citation
National Archives / Archives South Holland, archive number 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventory number 2628, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1745. LLLLLLL. Zeventiende boek: Batavia's ingekomen brievenboek, deel II: Ternate, Makassar, Timor
Click on the image to enlarge it and see the transcription next to it
Artificial Intelligence (AI)
The transcription was made by computer via automatic handwriting recognition.
The summary is created by the computer based on a language model.
Both artificial intelligence tasks are not perfect, but often more than sufficient so that the historical document becomes understandable.
Find your ancestors and publish your family tree on Genealogy Online via https://www.genealogieonline.nl/en/