Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 1913, pagina 844

18.
Van Cabo de Goedehoop onder den 9: xb: 1718.
leijden met de steven om de w:t Z: W. t sagen in de morgen
stond 20 schepen in't W: Z: W. t 2. mijlen van ons dewelke
wij in die voormiddag stondt opliepen, kregen als doe de
wind van't zuijde ten oosten tot het Z: W. t wenden't
over naar de Z. O. dat voorn: 2. schepen het kort daar aan
mede hebben overgelegt, sijnde deselve als doe ontrent
een mijl waters te loefwaarts agter uijt en Liepen
haar hand overhand op.
dat wij relateuren benevens den Constabel Pieter francke
den schipper wanneer dese 2. schepen sagen, hebben aangemaend
de 6. stucken Canon dewelke langs scheeps stonden neffens
de agt die te boord lagen, ook te boord te laten brengen
en vervolgens alle verdere preparatie van defentie te
ordonneren nademaal wij sagen dat het eene schip de
proppen van sijn geschut af hadt en deselve naarvooren
gebakst waar op meergem: schipper heeft g'antwoort
het is vreede wij hebben hier geen vijand te verwagten,
en voor de turcken hebben wij geen nood ordonnerende
Jmmediaat daar op den Constabel het scherp van't geschut
tehalen aangesien den schipper sijde in dien dese 2. scheepen
haar quame te salueeren het contra solut te konnen
doen, welke constabel bereeds de proppen van't geschut
gehaalt hebbende, door het belet van ons ondergete„
kendens weder binnen boord is geroepen sonder het
scherp afgehaalt tehebben
omtrent ten half 12. van die voormiddag stond, sijn
die 2. schepen ons op zeijde gekomen, verthonende als
doen Engelse vlaggen, en haar preijende, riepen dat
wij de schuijt souden uijt setten en bij haar aanboord
komen
—.