Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 1745, pagina 53

37.
van Cormandel den 31:en Maart 1707.
ingesetenen nog ongededi„
de neringen en ambagter
hebben evenwel haren
voortgang. —
van Sawidichans
begeerte, om de wed:e en
aan hem overgelevert te
krijgen, sedert het J=o
schrijvens niets vernomen
soo vresen wij nogtans dat dese incovenienten mede
veele interruptien, en verhinderinge aan 's Comp:
negotie en affaires aldaar „ sullen toebrengen.
Palleacatta. Na het afgaan onser J:o aan uhoog
Ed:s, is ons vandaar genotificeerd, dat de heijdense de queetij onder de heijdense
Jngesetenen ginder, met den anderen niet bevredigt „ coort
waren, maar aangenomen hadden tot afdoeninge
der questij onder haar derselver gemagtigdens in
dit voorjaar herwaarts aftesenden, derhalven den
gewesen teer duan Sawidichan, in sijn schrijvens
bij voorm: onsen Jongsten aangehaald, en waar
xn
uijt ons tedier tijt toescheen; dat haar geschil —
bijgelegt was, g'abuseert is geweest zijnde gem:
gemagtigdens egter tot nog alhier niet verschenen,
en blijft dese questij oversulcx ongedecideerd, terwijl
de neringen, en ambagten aldaar, Conform
het genoteerde in den onsen van den 29:en Iulij A=o
passado, weder aangevangen, des ong'agt na vereijsch
haren voortgang hebben
Mits de herstellinge van den ouden heer duan
Mahometh-Zaijdol is zedert onsen Jongsten
niets vernomen, wegens de begeerte van den dogter van pieter Joseps
gewesen heer duan Iawidichan boven gen:t
om de wed:e van Pieter Josephsz, en haar dogter
aan hem overgeleverd te krijgen dog den persiaen
agarasoe die denselven staande sijn duanschap
de stad palleacatta hadde ontsegt, heeft omtrent
de