Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 1520, pagina 1036

Saparaden
92:
doen voortgaan, en wanneer wij volkomen berigt zijn
wat staat dierwegen tweeaken is, sullen niet nalaten met
de eerste gelegentheijt, uw Ed.: e agtb:e het selve schuldpligtig
e
te verstendigen, niet tevijffelendie of uw Ed. e agtbe
sullen middelerwijle believen te besorggen, tat de boodems
tot deen afhaal van dien, ter bequamer tijd, hier komen aan„
„telanden, alsoo het gemoegsaam kennelijk es, wanneer die
weste manissers, die nu op handen staat, begind doar te breken
dat men hier ontrent, dan niet als met groot pericul, en
onsekerheijt laden kan. sulx dat het voor een geluk te
agten soude sijn, bij aldien enen in Januarij. feb. en maart
soo lange landsaam weder aantreff, datter een schip afge„
laden. soude konnen werden, het welk samtijts in het
laast van xb. s sijn belgin al neemd, dog het eene Jaar set het
andere net, welke onderdanige erinnering wij willen
Hoopen, dat uEd=e agtb.: s ten goeder sullen behilven te nemen.
dus veerre schrijveende bekomen antwoord van Sammarang
en qualla damak op de onse hier vooren genoemde
waar bij wij bespeuren dat den insaam van meergem:e
graan, op eerst geciteerde plaats niet veel beschieten
sal, ten zij daar langer tijd toegestelt mogte werden
mitsgaders dat ijder Cojang op beijde die plaatsen
evenwees soude moeten gelden, daar nogtans de damakse
Cojang 16 p=s grooter is als die van Sammarangh
gelijk uw Ed. e agtb:e uijt de Copie hier nevens des
-
belevende sullen konnen beoogen, maar op doenak
sal