Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 1492, pagina 38

28
met hout voorsien moet, en die onkosten
gevoegelijcker konnen gespaart werden, daar
moeten uE het in toekomende voor een wel
houden, alle hoeckers, chialoupen, en andere
kleijne vaartuijgen, onder ne gouvernement
bescheijden, en gerepareerd, ofte vertimmert m
werden, herwaart tesenden, tegens het veranderen
van't mousson, 'twelck wij verstaan media ap
op dat deselve hier verholpen zijnde, in angosto—
wederom uijt de revier gebraght, en uE toege
konnen werden, 'tselve begrijpen wij oock omt
grooter slaght van sluijtkens, off Iaghtjes,
ledigh zijnde, op 12: voeten waters konnen
gelight werden, dewijle deselve als dan den
drempel vande revier konnen binnen komen,
wij seggen soo even niet te komnen zien
waar voor soo veel houtwercken zoude
noodigh weesen, ten waare uE. sulcx
te Eijschen quam voor den bouw der packhuijs
maar daartoe stellen wij weder soo veel —
duijsend balcken, als uE. van omtrent
waluwe, berberij en andere plaatss in dit voor jaar,
met verscheijde scheepen op colombo hebben doen
brengen, ten waare deese reecq. niet goed was,
en daarom willen wij door uE. van beeter
Elucidatie wel gedient zijn, gesien
hebbende, dat bovencaspel, de groote visserij,
thuijs te spijck, croonenburgh, en eenlande, op
diverse tijden ward nae battavia gedepecheert
waren, willen wij hoopen deselve een goede,
en behoude reijse doen zullen, gelijck wij oock
hoopen dat doen zal, het schip de moercaspel
'tgeen van hier versonden is, directel=jk aande
hooge regeeringh van india, nevens een brieff
aanhaar Ed=le achtb: den 20=e Iulij I:o leeden
geconsigneert, waar van een Extract hier
besijden gaat, ten eijnde uE. haruijt zullen
mogen sien, hoedanigh de verdere scheepen
die hier op mallabaar inde modderbhaij
overwintert hebben, off reets versonden zijn,
off noch versonden zullen werden, ten eijnde
het op batavia soo veel in ons is aan geen
waluwe
sceeps