Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
19
en deselve laaten bekleeden door den luijtenandt
schot, die wij geloven hier toe de verEijschte capr
heeft, en d'inwoonders naer behooren handelen zal
hebben oock uijtgestelt het antwoord op 't versoeck
vande onder stuijrluijden haarman sluijten, en
hendrick spaaroogh beijde bescheijden zijnde
geweest op de genome fluijt montfoort, welcke
saeken wij g'Examineerd lebbende, konnen wij
vinden, deselve
ergens in te culperen zijn ee
wandebvoiren, voornamentlijk harman sluijter,
ons gebleecken is, alle vlijt aangewend heeft,d
doenlijck was om 'scomp:s geldt tebergen, sonder
sorge tedragen off sigh te belemmeren met 't geene
van zijn particulier was, dat daar en boven de
spaance realen, die geseght werden hem toe te —
komen, door zijn Ionge geburgen zijn, sonder d
hij in persoon daarom ijts in 's comp:s dienst
schijnt versuijmd te hebben, oversulcx hebben wij
op derselver request g'apostilleerd, dat het geene
van haar onder 's comp=s bewaringh gekomen is,
aan haar zal werden gelargeerd, soodanigh uE. bij
het aporntement blijcken kan waemeer
'tselve aldaar voorcomt; —
den brieff die uE. op 13=en deser met schiebroeck aanden
commandeur en raad op mallabaar gesz: hebben,
sal door ons werden besteldt;
Onse gedaghten waren desen op tutucorijn door schiebroeck
aanland te doen geven, om van daar aan uE te werden toege„
„braght maar hier in zijn wij verhinderd, omdat men weijnigh
uuren omtrent de rheede aldaar ten ancker gelegen helebende,
het ongeluck cregen van ons ancker door 't breeken van
het touw veroorsaakt door de holle zee te verliesen, dierhalven
uijtvreese, dat sulcx off ons, off d'andere scheepen—
meerder soude konnen gebeuren maekten wij Zeijl, en
bleven omtrent manapaar op de wint leggen drijven,
omde moercappel enbombaij, die gesonden waren om
de cormandelse pagoden voor mallabaar van
tutucorijn aff tehalen, in tewaghten welcke wederom
bij ons gecomen zijnde, verstondt men dat coeverden
mede een ancker verlooren had, en soodanigh zijn wij
gesamentl=jk, op heden tot omtrent tengajatnam
genadert, alwaar wij desen aan land senden
met ordre aanden resident, denselven spoedigh
'tselve
nae
en deselve laaten bekleeden door den luijtenandt
schot, die wij geloven hier toe de verEijschte capr
heeft, en d'inwoonders naer behooren handelen zal
hebben oock uijtgestelt het antwoord op 't versoeck
vande onder stuijrluijden haarman sluijten, en
hendrick spaaroogh beijde bescheijden zijnde
geweest op de genome fluijt montfoort, welcke
saeken wij g'Examineerd lebbende, konnen wij
vinden, deselve
ergens in te culperen zijn ee
wandebvoiren, voornamentlijk harman sluijter,
ons gebleecken is, alle vlijt aangewend heeft,d
doenlijck was om 'scomp:s geldt tebergen, sonder
sorge tedragen off sigh te belemmeren met 't geene
van zijn particulier was, dat daar en boven de
spaance realen, die geseght werden hem toe te —
komen, door zijn Ionge geburgen zijn, sonder d
hij in persoon daarom ijts in 's comp:s dienst
schijnt versuijmd te hebben, oversulcx hebben wij
op derselver request g'apostilleerd, dat het geene
van haar onder 's comp=s bewaringh gekomen is,
aan haar zal werden gelargeerd, soodanigh uE. bij
het aporntement blijcken kan waemeer
'tselve aldaar voorcomt; —
den brieff die uE. op 13=en deser met schiebroeck aanden
commandeur en raad op mallabaar gesz: hebben,
sal door ons werden besteldt;
Onse gedaghten waren desen op tutucorijn door schiebroeck
aanland te doen geven, om van daar aan uE te werden toege„
„braght maar hier in zijn wij verhinderd, omdat men weijnigh
uuren omtrent de rheede aldaar ten ancker gelegen helebende,
het ongeluck cregen van ons ancker door 't breeken van
het touw veroorsaakt door de holle zee te verliesen, dierhalven
uijtvreese, dat sulcx off ons, off d'andere scheepen—
meerder soude konnen gebeuren maekten wij Zeijl, en
bleven omtrent manapaar op de wint leggen drijven,
omde moercappel enbombaij, die gesonden waren om
de cormandelse pagoden voor mallabaar van
tutucorijn aff tehalen, in tewaghten welcke wederom
bij ons gecomen zijnde, verstondt men dat coeverden
mede een ancker verlooren had, en soodanigh zijn wij
gesamentl=jk, op heden tot omtrent tengajatnam
genadert, alwaar wij desen aan land senden
met ordre aanden resident, denselven spoedigh
'tselve
nae
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 1492, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1692 FFFFF. Vijfde boek: Ceylon, tweede deel
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.