Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 1418, pagina 1701

825
den 11 april„
Golconda 1686.
belangende de thuijn van chodenda, had hij
gesegt wel te weeten door den Coning niet
gearresteert te zijn, om dat sijn majes=t
niet onbekent was, dat chedenda met al
wat hij besat de comp=e toequam, en soude
hij den bramine daar over laaten straffen
hebbende ook v. nabottijs ten eersten der„
waarts gesonden, om te vernemen hoe het
met die saak sting, waar van hij 'tbescheijt
den tolk mede soude laten communiceeren,
den 12:' d=o quam Narsoe de h=r Commissaris bekent make
dat pispat wenkati hem door een maldaar
hadde doen weten, dat terwijlen zij ten hove
magtig in labeur waaren, om den mogolsen
Ambassad=r, die hem seer lastig viel voort
te helpen, en den selven heeden parthij
paarden, elifanten, en Juweelen stonden
werden geintrogeert, hij niet voor morgen,
ende den Commissaris overmorgen, bij
sijn majes=t soude konnen geroepen werde,
niet versoek, dat zijn E: mede te willen
aandienen, die hij vertroude, dat die korte
tardance om gesegde redenen niet qualijk
soude duijden.
Een spie maakten de H=r Commissaris ook
met
bekent, hoe dat pispativenkatn wel zijn
majes=t over de saaken van d' E. Comp=e
in gesprek gekomen zijnde, gesegt had
dat de H=r Commissaris nu al een geruijmen
tijd was opgehouden, en dat sijn ordre lag
hier niet lange te verblijven, maar sijn
majes=t eenelijk aftevraagen, off hij de. E.
Comp=e genegen was te satisfaceeren,
of niet des neen, ten eersten weder naa
beneden te keeren, waarom den heer
Commissaris den tolk ook dagelijx na
hem toe sout, en hem tot het afdoen der
saaken
aut
wente
niet
hem
2: 4:3
gewees
Depeecher
ijen, en
en paard
dat hij
maje=t
en
overmon
om over
met sij
op het q
eijsch
hem
lle eer
saris
dat sijn
er als
vinden
mer
oorgebr
masje
en
ten de
wel e
9
Schuldic
dat hij
de ooo

had
lan
ge
Tolk
wer

g